REGULIERE KANKERBEHANDELINGEN Zoals gezegd, als er hier in het Westen kanker bij je geconstateerd wordt, heeft het medische systeem eigenlijk maar één soort behandeling voor je beschikbaar: een combinatie van chemotherapie, radiotherapie (bestraling), operaties en/of pillen. Afhankelijk van de soort kanker wordt er hier en daar ook nog een hormoontherapie, immunotherapie of gentherapie geadviseerd. Al deze methodes hebben overeenkomstig dat de werkzaamheid vaak tegenvalt en met name bij chemo, bestraling en pillen kunnen de bijwerkingen vreselijk zijn. Voor deze bijwerkingen krijg je dan vaak weer andere medicijnen voorgeschreven. Hoewel in de media meestal vooral de succesjes belicht worden, zoals de verschillende soorten kanker die inmiddels vrij goed behandelbaar zijn (o.a. huidkanker, teelbalkanker, kinderleukemie en lymfomen), is de realiteit nog steeds dat de huidige reguliere behandelmethodes bij veel kankersoorten nauwelijks enig perspectief bieden. |Stel dat... ...chemo nog niet bestond als kankertherapie, en iemand zou vandaag voorstellen om dat vanaf nu als eerste kankerbehandeling te gaan inzetten. Hoe groot zou dan de kans zijn dat de hele medische wereld daar unaniem mee akkoord ging? Waarschijnlijk niet zo groot. Sterker, de kans bestaat dat veel artsen dan verontwaardigd en niet-begrijpend zouden reageren, als ze hoorden wat die "chemotherapie" dan wel precies inhield.
Want ga maar na: chemo is een cocktail van giftige stoffen met namen als stikstofmosterd, cisplatine, doxorubicine, methotrexaat, aciclovir, vincristine, bleomycine, fenothiazine, enz. die direct in de bloedbaan ingebracht wordt. Verplegend personeel moet hierbij beschermende kleding dragen en strenge voorschriften volgen als er per ongeluk iets wordt gemorst. Ook zijn er strikte richtlijnen voor het weggooien ervan, omdat het zo schadelijk is. De directe gevolgen zijn vaak desastreus voor de patiënt, want het gif tast niet alleen het bloed, maar ook het afweersysteem en tal van andere lichaamsfuncties aan. Het ruimt weliswaar soms (maar lang niet altijd) kankercellen op, maar vernietigt evengoed gezonde cellen; het maakt daarin geen enkel onderscheid. Dit i.t.t. bepaalde natuurlijke stoffen die juist wel hebben laten zien selectief kankercellen aan te vallen en gezonde cellen met rust te laten. Maar die stoffen zijn niet patenteerbaar, dus die komen in het door de farmaceutische industrie gesponsorde medisch onderwijs nauwelijks aan bod. Bij de introductie van nieuwe medicijnen of behandelmethodes gaan veel artsen en ziekenhuizen tegenwoordig af op onderzoeksrapporten die een gunstig beeld laten zien, maar die zijn bij chemo niet te geven. Geschat wordt dat chemo slechts bij een paar procent van alle kankerpatiënten een positieve bijdrage levert aan het ziekteverloop (ref.). De rest is dus allemaal neutraal of negatief. Dit is ook openlijk toegegeven door verschillende artsen door de jaren heen, die daarbij zeiden nooit chemo te zullen gebruiken als ze zelf ooit ziek zouden worden (ref.). Simpel gezegd maakt chemo je over het algemeen zieker, niet gezonder. En toch is chemo kankertherapie nummer één geworden. Hoe komt dat? Heeft onderzoek soms aangetoond dat chemo, hoe schadelijk ook, nog altijd beter is dan helemaal niets doen? Je zou verwachten dat er inderdaad genoeg van zulke onderzoeken gedaan zijn waarbij kankerpatiënten met vergelijkbare kankers dan opgedeeld werden in groepen, en de ene groep dan wel behandeld werd met chemo en de controlegroep niet. En dat de resultaten vervolgens naast elkaar gelegd zijn en dat die resultaten dan toch zo overtuigend het nut van chemo aantoonden dat men dit middel toch maar op wereldwijde schaal is gaan toepassen. Maar nee: zulke onderzoeken zijn vrijwel nooit gedaan, zeker niet door de grote onderzoeksinstituten. Geloof het of niet, maar er is nog nooit een grootschalig gerandomiseerd onderzoek met controlegroep (RCT) geweest dat het nut van chemo aangetoond heeft. Er worden wel af en toe statistieken gepubliceerd over de effectiviteit van chemo, maar die worden vaak zo gemanipuleerd dat er een vertekend beeld ontstaat (ref.). Bijvoorbeeld door patiënten die na aanvang van de chemokuur direct komen te overlijden, niet mee te nemen in de resultaten omdat ze "het onderzoek niet voltooid hebben". Meer over het boetseren van deze cijfers op onze pagina over het huidige systeem. Maar RCT's, die normaal gesproken voor ieder goedgekeurd medicijn moeten plaatsvinden, worden nooit gedaan voor chemo. De reden die hiervoor gegeven wordt is dat het "onethisch" zou zijn om de controlegroep een chemokuur te onthouden. Een vreemde redenering, want men vindt het dus blijkbaar wél ethisch om een uiterst giftig middel bij kankerpatiënten direct in de bloedbaan in te brengen terwijl nog nooit bewezen is dat hij daar werkelijk voordeel bij heeft? Dat kan toch niet waar zijn? Wat is hier aan de hand? Loopt vrijwel de gehele medische wereld dan maar gewoon met oogkleppen rond als het om chemo gaat? Vergelijkbaar met de aderlatingspraktijken in de middeleeuwen, die we nu allemaal als 'barbaars' beschouwen? Hoe heeft chemo eigenlijk ooit zijn intrede kunnen doen in de oncologie? "In mijn eigen praktijk had ik gezien dat het helemaal niet zo goed ging met kankerpatiënten die de traditionele "mes-straal-chemo"-behandeling kozen. Ze leden zo onder de bijwerkingen van deze behandelingen. Velen van hen stierven als gevolg van de behandeling, niet zozeer door de kanker zelf. Aan de andere kant zag ik patiënten die zachtere behandelmethoden kozen en de anti-kanker protocollen volgden die ik ze aanraadde. Zij behaalden juist vaak verbluffende resultaten. Dus toen ik zelf borstkanker kreeg, was er geen twijfel in mijn hoofd over wat ik zou gaan doen en welke weg ik ging volgen." - Dr. Veronique Desaulniers, Amerikaans arts Mosterdgas Voor de introductie van chemotherapie moeten we teruggaan naar het jaar 1946 (ref.). De VS was na de Eerste en Tweede Wereldoorlog blijven zitten met een grote voorraad mosterdgas. Wat men precies gedaan had of van plan geweest was met dit giftige gas is niet bekend. Misschien vormen de twee atoombommen die ze op Japan gooiden een clou in welke richting we moeten denken, maar dat is speculeren.
In plaats van het zenuwgas te vernietigen vroeg het Amerikaanse Ministerie van Defensie (het Pentagon) zich af of er misschien nog iets anders mee gedaan kon worden, zodat er wellicht nog wat aan verdiend werd. Er werden twee wetenschappers van de Universiteit van Yale ingehuurd, genaamd Louis Goodman en Alfred Gilman, om te kijken of ze misschien een medische toepassing konden bedenken voor het gas. Na een tijdje experimenteren met verschillende toevoegingen kwamen deze beide heren tot de conclusie dat tumoren bij ratten kleiner werden wanneer ze behandeld werden met een bepaalde variant van het mosterdgas (ref.). Er werd een kankerpatiënt bereid gevonden om dit middel ook op mensen te testen, en zowaar, ook bij hem slonk zijn tumor. Deze patiënt leed namelijk aan een maligne lymfoom, één van weinige vormen van kanker waarbij chemotherapie inderdaad enig voordelig effect kan hebben in eerste instantie. Een paar weken later stierf deze patiënt, maar dit belette de wetenschappers, aangemoedigd door het Pentagon, er niet van om hun doorbraak toch wereldkundig te maken: er was een nieuw middel tegen kanker gevonden! De ontluikende farmaceutische industrie wist niet hoe snel ze op dit patenteerbare middel moesten duiken. Er werd niet eens meer een vervolgonderzoek gedaan: de Heilige Graal voor de behandeling van alle soorten kanker was gevonden! Gebakken peren En zo zitten we ook vandaag nog met de gevolgen van deze "doorbraak". Hoewel er ook artsen zijn die liever eerst even wachten met chemo en de tumor bij voorkeur via opereren en/of bestralen proberen te verwijderen, is in veel andere ziekenhuizen een kankerbehandeling zonder chemo nauwelijks een optie. Zelfs als de tumor vrij eenvoudig operatief verwijderd kan worden en niets erop wijst dat de kanker uitgezaaid is, zoals bij borstkanker vaak het geval is, worden er vaak zogenaamde "adjuvante" behandelingen met chemo- en/of hormoontherapie gegeven (ref.). Dit is zelfs vastgelegd in allerlei internationale protocollen (ref.). Zelfs bij twijfel of er überhaupt sprake is van kanker, wordt er soms al naar chemo gegrepen (ref.). Veel medici zijn het erover eens dat er hier dan feitelijk sprake is van overbehandeling. Maar men gaat er toch gewoon maar mee door, met alle schadelijke gevolgen vandien. "De druk die men op je zet om toch maar chemo te nemen is monsterlijk. Gelukkig ben ik zo eigenwijs als ik groot ben." - Janneke, overleefster van borstkanker zonder chemotherapie (ref.) Aangezien de bloedbaan tot in bijna alle uithoeken van het lichaam komt, kunnen vrijwel alle organen en weefsels beschadigd raken door het chemogif. Bijwerkingen chemo Enkele bekende bijwerkingen van chemotherapie zijn onder meer:
Veel van deze bijwerkingen kunnen nog jaren na de behandeling blijven voortbestaan. "Als chemicus, getraind in het interpreteren van gegevens, is het voor mij onbegrijpelijk dat artsen het duidelijke bewijs dat chemotherapie meer kwaad dan goed doet, volledig naast zich neerleggen." - Alan Nixon, voormalig voorzitter van de American Chemical Society Hierover wordt doorgaans niet veel gesproken aan het begin van de behandeling. Als een patiënt informeert naar de mogelijke bijwerkingen, worden er meestal alleen wat zaken genoemd zoals haaruitval en misselijkheid. Er is geen oncoloog die bovenstaande lijst bij de patiënt voor zijn neus schuift. Met name het veel voorkomende "chemobrein" is iets wat bij veel kankerpatiënten als een onaangename verrassing komt. Tamara Verbraak, borstkankerpatiënte en moderator bij de website Kanker.nl, vertelt hierover: "Concentreren, structureren, een universitaire opleiding: vroeger was het allemaal geen probleem voor mij. Nu heb ik vaak geen idee waar ik moet beginnen en is er grote chaos in mijn hoofd. Het voelt soms alsof door de chemo hersencellen zijn afgestorven die zorgen voor structuur, geheugen en concentratie. Ik vergeet regelmatig wat iemand heeft gezegd, maak dubbele afspraken en raak lamgeslagen als er meerdere taken moeten worden uitgevoerd. Het is zwangerschapsdementie in het kwadraat, een bizarre ervaring. Gelukkig levert het ook grappige situaties op. Een mop kan eindeloos worden herhaald en iedere film is ‘nieuw’!" (ref.) "De chirurg stuurt me door naar een andere oncoloog om weer over chemo te praten (wat raar is, want ik ben kankervrij). Deze arts is al even erg als de eerste: waarom ik bang was voor een chemobrein? "Wat doe je dan, dat je je hersenen zo nodig hebt?" vroeg ze. Waar ik mijn hersenen voor gebruik?? Jeeeetje zeg, ik ben geen arts dus ik heb geen hersens nodig???" - Janneke, overleefster van borstkanker zonder chemotherapie (ref.) Acute dood door chemo Ook het acute overlijden van een patiënt na aanvang van de chemokuur is iets wat vaak onvermeld blijft. Toch is dit een veel voorkomend probleem (ref.). In september 2016 publiceerde het gezaghebbende medische vakblad The Lancet een onderzoek dat onder Engelse ziekenhuizen gehouden was om te kijken hoeveel kankerpatiënten binnen 30 dagen na de start van hun behandeling kwamen te overlijden (ref.). Deze zogenaamde 30-dagenmortaliteit is voor medici een indicatie dat niet de onderliggende ziekte, maar juist de behandeling als doodsoorzaak moet worden aangemerkt. Het was de eerste keer dat zo'n onderzoek gehouden werd, terwijl er al decennialang chemotherapeutische behandelingen plaatsvinden. De cijfers waren schokkend: in sommige ziekenhuizen overleed zelfs meer dan de helft van alle patiënten die chemo kregen binnen 30 dagen. Het algehele gemiddelde lag lager (8,4% voor longkankerpatiënten en 2,4% voor borstkankerpatienten), maar waren toch nog altijd significant. Vooral als je bedenkt dat "een paar procent" door oncologen ook vaak genoemd wordt als het deel van de kankerpatiënten die baat hebben bij chemo. Als je die paar procent baathebbers wegstreept tegen de paar procent acute sterfgevallen, wordt de reden om nog chemo te gebruiken dus nog twijfelachtiger dan hij al was. "Mijn man heeft gelukkig niet veel pijn gehad. Hij was alleen ontzettend moe. We hebben nog geprobeerd om hem alternatief te behandelen, maar dat heeft bij hem niet geholpen. Waarschijnlijk al vergiftigd door de chemo. In mijn omgeving zijn inmiddels twee mensen bij de eerste chemokuur al overleden. Dan hoor je niets. Alleen als het bij een alternatieve arts fout gaat, komt het breeduit in de krant." - Marijke, echtgenote van een kankerpatiënt, via de mail "Op 14 februari is ze overleden, rond half 5 in de middag op Valentijnsdag. Zelf vinden we dat wel een mooie dag omdat die dag staat voor de liefde, en voor mij was mijn moeder één en al liefde. Ze was net 63, d'r verjaardag is 30 december. Als ze geen chemo had genomen en alleen bestraling, had ze alsnog jaren lang kunnen leven. Nu was ze binnen 4 weken na d'r eerste chemo gewoon dood." - Debbie, commenter op een internetforum over kanker (ref.) Chemo veroorzaakt kanker Eén van de meest verbazingwekkende aspecten van het toepassen van chemotherapie is dat het zelf ook kanker veroorzaakt (ref.). Dat is ook logisch, want chemovloeistof is puur gif en ieder gif heeft de potentie om de micro-omgeving van een (stam-)cel zo onleefbaar te maken dat hij kankerachtig wordt, zoals we op onze homepagina al bespraken. Dat geldt trouwens ook voor bestraling, want ook bestraling heeft een toxisch effect op het menselijk lichaam. Bovendien worden tumoren vaak door het lichaam ingekapseld met vezelrijk weefsel. Bij chemo of bestraling kan deze beschermende laag beschadigd raken, waardoor er kankercellen kunnen ontsnappen en uitzaaien (ref.). De groei van een tumor kan jaren duren, daarom krijgen kankerpatiënten een paar jaar na een chemokuur en/of bestraling vaak weer te maken met nieuwe vormen van kanker (ref.). De eerdere behandeling wordt daarbij echter vrijwel nooit als oorzaak aangemerkt door de oncoloog. "Er wordt wel gezegd dat de definitie van krankzinnigheid is om steeds hetzelfde te doen maar toch andere resultaten te verwachten. Hoeveel mensen moeten er nog sterven door chemo en bestraling voordat men eindelijk de conclusie trekt dat het echt niet goed is voor een mens." - Rick Simpson, voormalig kankerpatiënt en ontdekker van wietolie (ref.) Uitbehandeld Bovendien betekent chemo vaak een doodlopende weg voor de patiënt, omdat kankercellen resistent kunnen worden voor het gif. Deze kunst om snel zijn eigen DNA aan te passen aan een vijandige leefomgeving is kenmerkend voor het overlevingsvermogen van kankercellen, maar dit wordt door de reguliere oncologie als iets kwaadaardigs gezien. De mogelijkheid dat een kankercel in werkelijkheid wel eens aan het werk zou kunnen zijn om de toxische belasting van het lichaam te verlichten om zo het celmilieu voor andere cellen leefbaar te houden, wordt meestal niet overwogen. Met als gevolg dat de oncoloog dan al snel geen gereedschappen meer tot zijn beschikking heeft om de kanker aan te pakken, en de ziekte "onbehandelbaar" wordt verklaard. De patiënt wordt dan opgegeven en naar huis gestuurd. Moeilijk voor patiënt én arts Dit is niet alleen voor veel patiënten een pijnlijk moment, maar ook voor veel artsen. Zoals op onze pagina over het huidige systeem al beschreven, zijn de meeste artsen immers ook maar gewoon goedwillende mensen die ooit aan hun studie medicijnen begonnen in de hoop om later zieke patiënten te kunnen genezen. Dat ze, zonder het zelf te weten, vervolgens tijdens hun opleiding van de juiste kennis verstoken blijven en in de praktijk moeten werken met protocollen die de patiënt vaak juist zieker in plaats van beter maken, is ook voor hen vaak frustrerend en pijnlijk. "De laatste maanden hadden we chemokuur op chemokuur geprobeerd. Hoogleraren hadden zich ermee bezig gehouden. Niets hielp. De angst was continu voelbaar geweest. Dexamethason. Pemetrexed. Etoposide. Erlotinib. En nog wat exotische namen. Zinloos. De kanker woekerde zonder genade voort en had zijn eens zo imposante lichaam afgetakeld tot de gebroken man die voor ons zat", zo beschrijft longarts Sander de Hosson één van de gevallen waarmee hij te maken kreeg (ref.). Desondanks geloven deze artsen meestal wel dat ze de patiënt met chemo en/of bestraling de best mogelijke behandeling gegeven hebben, en staan ze als afgestudeerd medicus meestal ook niet erg open voor suggesties van patiënten voor alternatieve behandelingen. Als er betere methodes bestonden, hadden ze dat wel geleerd, is de redenatie. "Er wordt ontzettend veel onderzoek gedaan naar kanker en als er een medicijn was, dan was dat allang bekend geweest. Ook medici hebben familie waaronder ikzelf. Denk je nou echt dat ik mijn eigen familie dood laat gaan als er een medicijn was?" - Commentaar van een medicus in een internetdiscussie over chemotherapie Spagaat Zolang deze spagaat tussen "conventioneel" en "alternatief" blijft bestaan, zal dit probleem waarschijnlijk ook nog wel blijven voortduren. Het door de farma gecontroleerde systeem zal van bovenaf vermoedelijk geen grote veranderingen in gang willen zetten, dus zal het van de patiënten en geneeskundigen zelf moeten komen. Die veranderingen zijn gelukkig hier en daar al wel zichtbaar, zoals op onze pagina over het medische systeem beschreven. Hopelijk zal datgene wat veel artsen er in de eerste plaats toe aanzette om arts te willen worden, namelijk de wens om zieken te genezen en de nieuwsgierigheid naar het menselijk lichaam, hier uiteindelijk de doorslag bij gaan geven. Het doel heiligt immers de middelen, of die nou conventioneel, alternatief, homeopatisch, orthomoleculair, ayurvedisch of hoe dan ook genoemd mogen worden. Onafhankelijk onderzoek Terug naar de ontstaansgeschiedenis van chemotherapie, en het bewijs dat chemo een goede kankerbehandeling is. Of liever gezegd: het ontbreken daarvan. Is er dan helemaal niemand ooit op het idee gekomen om de resultaten van patiënten die chemo ondergaan, te vergelijken met patiënten met een vergelijkbare vorm van kanker die daarvan afzien? Jawel, enkele onafhankelijke onderzoekers hebben dat wel gedaan, maar die resultaten zijn in de hedendaagse vakliteratuur nauwelijks meer terug te vinden.
Zo hield ene Dr. Hardin B. Jones, destijds hoogleraar medische fysica en fysiologie in Californië, zo'n 50 jaar geleden de statistieken voor chemonemers en chemoweigeraars eens kritisch tegen het licht (ref.). Alle beperkende voorwaarden die in eerdere rapporten, schijnbaar moedwillig, toegepast waren om de cijfers naar een bepaalde kant te doen overhellen (de kant van de chemo dus), bijvoorbeeld door alleen maar redelijk gezonde patiënten in het onderzoek te betrekken, werden verwijderd. Zo bleven alleen de zuivere gegevens voor alle chemonemers en chemoweigeraars gedurende een periode van bijna 25 jaar over. Naar de vraag of er alternatieve therapieën bij gevolgd waren, zoals kankerpatiënten vaak doen, werd overigens niet gekeken. Wat bleek? Chemoweigeraars deden het veel beter dan chemonemers. De overlevingskansen bij borstkankerpatiënten bijvoorbeeld waren wel vier keer zo hoog wanneer er van een conventionele behandeling werd afgezien. Deze conclusies zijn later nog bevestigd door enkele andere onafhankelijke onderzoeken (ref.). "Het succesgehalte van chemotherapie is weerzinwekkend... Er is geen enkel wetenschappelijk bewijs dat het op wat voor manier dan ook het leven van de meeste kankerpatiënten zou kunnen verlengen... Chemotherapie voor kanker die niet geopereerd kan worden, wat bij 80% van alle kankers het geval is, is een wetenschappelijke woestenij." - Dr. Ulrich Abel, Duits epidemioloog (ref.) Kankerverslagen Wie met een conventionele kankerbehandeling start, begint vaak aan een lange lijdensweg vol pijn, ongemak, nieuwe aandoeningen, talloze ziekenhuisbezoeken en veel medicijnen. Hoewel er ook patiënten zijn op wie een chemokuur geen enkel (blijvend) nadelig effect heeft, laat het gif bij de meeste wel op één of andere manier zijn sporen na. Alleen al de aangetaste darmflora kan leiden tot allerlei nieuwe problemen zoals allergieën, auto-immuunziekten en de ziekte van Crohn (ref.). Sommige patiënten of hun dierbaren houden hier een blog of website over bij, zodat de buitenwereld op de hoogte kan blijven (ref.). Op één ervan beschrijft Elly, een vrouw van middelbare leeftijd met borstkanker, het als volgt:
Op een andere blog geeft Roelanda, een 35-jarige moeder met borstkanker, een overzicht van de behandelingen die ze onderging en de medicijnen die ze voorgeschreven kreeg:
Deze Roelanda overleed uiteindelijk in november 2016. "Mijn vader had keelkanker, begin jaren '80. De behandeling daarvoor was echt verschrikkelijk. Ze besloten om een zogenaamde "radicale nek-operatie" te doen. Ze sneden hem vanaf zijn kaak helemaal tot zijn borst open. Ze haalden een kwart van zijn tong eraf. Al zijn lymfeklieren werden verwijderd. Veel borstspierweefsel werd verwijderd. Het was afschuwelijk. Toen kreeg hij bestraling en chemo. Hierdoor kon de wond niet herstellen. Hij had een gat in zijn nek. Anderhalf jaar later was hij dood. Toen mijn beste vriendin kanker kreeg, wist ik als oncologe dat conventionele behandelingen haar niet zouden helpen. En dat ze veel zou lijden als ze dat ging doen. Dus toen ging ik op zoek naar alternatieve behandelingen." - Valerie Warwick, Amerikaans voormalig oncologieverpleegkundige die ontslag nam om zich aan nieuwe behandelmethodes zoals ozontherapie, vitamine C-therapie en een gezond dieet te wijden (ref.) In een ander verslag schrijft Janneke, een 51-jarige borstkankerpatiënte uit de Achterhoek:
Dit soort verslagen zijn typerend voor veel andere verhalen van kankerpatiënten: zodra de diagnose kanker gesteld wordt, word je meteen doorverwezen naar het ziekenhuis en ga je de malle molen in, vaak zonder dat je goed en wel beseft wat er eigenlijk allemaal met je gebeurt. Dokters doen het vaak voorkomen alsof er grote haast gemoeid is bij het starten van de kankerbehandeling en noemen soms zelfs termijnen waarbinnen je hoogstwaarschijnlijk zult komen te overlijden als er niet snel met de conventionele behandeling gestart wordt. Gezien de vaak trage groei van tumoren is deze haast echter meestal totaal onnodig, er zijn maar weinig tumoren die bij de eerste diagnose al direct zo levensbedreigend zijn dat onmiddellijk ingrijpen noodzakelijk is. Hersentumoren en gezwellen die bepaalde lichaamsfuncties ernstig belemmeren omdat ze bijvoorbeeld bepaalde zaken in het lichaam afknellen, kunnen hier een voorbeeld van zijn. Maar bij de meeste vormen van kanker heb je nog tijd zat om eerst eens rustig alles op een rijtje te zetten, zelf wat informatie in te winnen en alle mogelijke therapieën te overwegen. Door de druk die ze voelen van de oncoloog en omdat ze geshockeerd zijn door de diagnose laten de meeste patiënten zich echter toch gewillig het reguliere behandelingstraject in leiden. Ook al omdat ze ervan uitgaan dat ze mensen in het ziekenhuis het wel het beste zullen weten. En waarom zou je ook niet? Die mensen hebben ervoor doorgeleerd, dus die zullen het toch wel weten? "Ik heb mijn eigen moeder aan borstkanker verloren. Zij heeft er wél voor gekozen om het hele gangbare circuit doorlopen, want wat moet je anders. Wat mij vooral opviel was dat de artsen het ook eigenlijk niet weten. Ze doen maar wat. Vooral toen mijn moeder ook voor de tweede keer borstkanker kreeg heeft de chemo alle energie weggevaagd. Ik vond het verschrikkelijk om mee te maken." - Marieke, commenter bij een internetartikel van Linda Woudstra, kankeroverleefster (ref.) De gemiddelde patiënt heeft geen idee van de enorme en bijna allesoverheersende invloed die de commerciële farma heeft op het medische systeem en de wetenschap erachter. En dat die farma geen belang heeft bij kankerbehandelingen die effectief zijn, maar juist die lucratief zijn. En lucratief zijn ze, die reguliere behandelingen. Er wordt geschat dat er jaarlijks meer dan 100 miljard dollar omgezet wordt in de kankermedicijnenindustrie (ref.), die behalve chemo-infusen onder meer uit pillen, chemo-pleisters, chemo-zalven en chemo-blaasspoelingen bestaat. Een gemiddelde chemokuur kost meer dan 50.000 euro. Chemo alleen maar slecht? "Maar wacht eens even," zullen voorstanders van conventionele kankertherapieën misschien zeggen, "er zijn toch ook genoeg kankerpatiënten die na een chemokuur wel degelijk genezen?" Dat klopt, het is alleen niet altijd even makkelijk te bepalen waar dat nou precies door komt. Het placebo-effect bijvoorbeeld treedt bij vrijwel iedere medische behandeling op, ongeacht of het om experimenten gaat of om werkelijke medische ingrepen. En hoe groter de ingreep, hoe sterker vaak het effect, heeft onderzoek aangetoond. Daarnaast nemen veel mensen die het reguliere circuit ingaan, er ook een alternatieve therapie bij en passen ze hun ongezonde levensstijl aan. Deze zaken worden in geen enkel ziekenhuis geregistreerd, maar kunnen net zo goed verantwoordelijk zijn voor het herstel van een patiënt. Een andere factor die vaak over het hoofd gezien wordt, is het feit dat wanneer het chemogif het lichaam aanvalt (niet alleen kankercellen, maar alle cellen), dit ook een zeker reinigend effect kan hebben. Zolang de hoeveelheid gif maar binnen de perken blijft. De schade die het gif aan het weefsel toebrengt, zal de stamcellen daar er namelijk toe aanzetten om nieuw weefsel te vormen. Zo kunnen minder goed functionerende cellen vervangen worden door nieuwe, waardoor bijvoorbeeld een orgaan of een klier weer beter gaat werken. Op deze manier kunnen niet alleen tumoren, maar ook andere ziektes zoals MS, ALS en auto-immuunziekten verdwijnen (ref.). Een succesvol afgeronde chemokuur hoeft dus niet per definitie het resultaat te zijn van een nauwkeurig uitgevoerde chemische aanval op kankercellen, er kunnen meerdere redenen voor zijn. Of een combinatie ervan. Maar dan nog is een succesgehalte van een paar procent natuurlijk wel heel laag. Daarbij is het, om dat reinigende effect te krijgen, lastig te bepalen hoeveel gif een patiënt dan nodig zou hebben om wel de baten ervan te ondervinden, maar geen verdere schade. De reactie van het lichaam op chemo verschilt immers van patiënt tot patiënt. Beter is het om het effect waar chemotherapie voor bedoeld is, namelijk het uitschakelen van kankercellen, op een minder schadelijke manier te proberen te bereiken. Er bestaan allerlei natuurlijke stofjes die geen bijwerkingen hebben, maar wel een bewezen anti-kankerwerking die minstens net zo krachtig is als chemo. Bestraling Chemo wordt vaak gegeven in combinatie met bestraling, ook wel radiotherapie genoemd. Bestraling kan uitwendig of inwendig plaatvinden. Bij uitwendige bestraling worden er grote hoeveelheden hoogenergetische deeltjes, zoals protonen of elektronen, het lichaam in geschoten. Bij inwendige bestraling wordt er radioactief materiaal in of rond de tumor geplaatst. Deze zogenaamde "medische isotopen" worden besteld bij kernreactoren (ref.). Radiotherapie is een lokale behandeling, dus in tegenstelling tot chemo wordt in principe niet het hele lichaam hierdoor beïnvloed. Toch kan ook bestraling allerlei vervelende bijwerkingen hebben. "Ik ben in het begin van mijn lymfeklierkanker bestraald. Ik dacht dat ik nooit meer kon lopen en dat ik mijn hoofd niet meer overeind kon houden. Dat ik mijn handen moest gebruiken om mijn hoofd te bewegen. Zo zwaar waren de bijverschijnselen van die bestraling. Zo verschrikkelijk, dat wil ik nooit meer. Het was maar een korte bestraling, maar ik heb er verschrikkelijke pijn van gehad." - Lymfeklierkankerpatiënte Tineke tijdens een bijeenkomst van Stichting Mediwiet (ref.) Net als bij chemo duurt het bij de bestudering van de precieze werking van radiotherapie niet lang voordat je tegen allerlei tegenstrijdigheden aanloopt. Zo is uitwendige radiotherapie gebaseerd op "ioniserende straling die kanker doodt door beschadiging van het DNA in de kankercellen" (ref.). Maar kanker is volgens oncologen toch zelf ook het gevolg van beschadigd DNA? Wordt bij radiotherapie het DNA misschien zodanig beschadigd dat het NIET kankerverwekkend kan zijn? Helaas, dat is niet het geval. Aangezien oncologen nog niet precies weten hoe beschadigd DNA kan leiden tot kanker, wordt bij bestraling gewoon het risico genomen dat er als bijwerking ook weer nieuwe kanker ontstaat (ref.). Dat kan dezelfde kanker zijn, of een andere vorm zoals leukemie (ref.). Men hoopt simpelweg dat het risico hierop zo klein mogelijk zal zijn door de röntgenstralen nauwkeurig op de tumor te richten. Dat daarbij meestal ook het DNA van omliggende gezonde cellen aangetast wordt, staat vast. Men gaat er echter vanuit dat "gezonde cellen beter in staat zijn om DNA te herstellen dan kankercellen" (ref.), en zo is bestraling een alom aanvaarde kankerbehandeling geworden. Dat een kankerpatiënt volgens hun eigen zienswijze per definitie iemand is wiens gezonde cellen NIET in staat waren om beschadigd DNA te herstellen (en dus kankerachtig werden), op precies dezelfde locatie zelfs, wordt blijkbaar genegeerd. Schijnbare willekeur Om dit veronderstelde herstel van het DNA van gezonde cellen meer kans te geven, wordt de radiotherapiebehandeling vaak over een langere periode uitgespreid: "Dit verschil in DNA herstel is het grootste bij een relatief lage dosis bestraling. Om dit verschil uit te buiten wordt de bestraling vaak verdeeld in vele kleine beetjes (fracties) en verspreid gegeven over meerdere dagen tot soms wel 6 tot 7 weken op iedere werkdag (5 bestralingen per week)." (ref.) Probleem hierbij is alleen dat de totale hoeveelheid straling die juist geacht wordt, nauwelijks wetenschappelijk onderbouwd is. Net als bij chemo lijkt men hierbij meer af te gaan op vermoedens dan op feiten.
Linda Woudstra, borstkankeroverleefster zonder chemo of bestraling, deed hier zelf onderzoek naar. Ze vertelt: "Ik kwam een rapport tegen over bestraling in Engeland. In Engeland hebben ze een hele tijd gekampt met financiële tekorten in de ziekenhuizen en konden ze niet genoeg bestralingsapparatuur neerzetten. Dat was te duur. Toen is één of andere snuggeraar op het idee gekomen om dan eens een trial te houden waarbij ze de patiënten de halve bestralingstijd gaven. In plaats van 7 weken kregen ze 3 weken bestraling, en dan gingen ze de resultaten vergelijken. Dat hebben ze 3 of 4 jaar lang gemonitord. Wat bleek? Het maakte niks uit, 3 weken of 7 weken bestralen. Dezelfde pijnresultaten, zelfde mortaliteit, zelfde overlevingskansen. Ik zeg dan, als logisch denkend mens: Hee, dat is interessant. Hoe zou het zijn als je helemaal niet bestraalt, of nog een keer halveert, en nog een keer halveert?" (ref.)
Ook het radioactieve materiaal dat bij inwendige bestraling rondom de tumor geplaatst wordt, zoals jodium-125 (ref.), heeft een kankerverwekkend effect op het weefsel eromheen. Bovendien vervalt dit materiaal, net als de radioactieve suikervloeistof die gebruikt wordt bij PET-scans, maar zeer langzaam in het lichaam. Als de patiënt binnen een jaar na de bestraling komt te overlijden en gecremeerd wordt, moeten crematoria zelfs beschermende maatregelen nemen om de radioactiviteit niet te laten ontsnappen (ref.). Andere bijwerkingen
Aangezien het jaren kan duren voordat kankercellen zich ontwikkelen tot een detecteerbare tumor, wordt de kankerverwekkende 'bijwerking' van bestraling meestal pas later zichtbaar. Er zijn echter ook bijwerkingen die direct optreden, soms al tijdens de behandeling in het ziekenhuis. Bestraling beschadigt vaak bloedvaten, lymfevaten en zenuwen, dus dat kan pijnlijk zijn. De huid wordt vaak rood en vochtig, er kan een verdoofd gevoel ontstaan en er kunnen pigmentvlekken verschijnen die pas maanden of jaren later weer wegtrekken (ref.). Je hoeft maar een blik op Google te werpen om te zien wat bestraling met de huid kan doen. "De eerste keer borstkanker was voor mij in 2006, ik heb toen gekozen voor de bestraling en hoefde geen chemo. Na 7 weken bestraald te zijn was mijn borst pikzwart verbrand. Er komen steeds meer bewijzen en onderzoeken die zeggen dat bestralen een andere vorm kanker creëert. Vorig jaar tweede keer borstkanker exact op de plek waar ik een boost heb gehad met bestraling. Eerst 25 keer de hele borst daarna nog tien op de plek van de tumor. Dit is voor mijn gevoel waarom ik nu mijn borst heb verloren." - Antoinette, commenter in een discussie over conventionele kankerbehandelingen op Facebook Bestraling van het hoofd en de nek kan klieren beschadigen, waardoor keel- en mondzweren ontstaan. Bestraling van de maag of het bekken kan de darmen beschadigen. Ook schade aan het hart, de longen of een ander orgaan in de buurt van de bestraling zijn veel optredende bijeffecten (ref.). Bovendien hebben bestraalde patiënten na afloop vaak het gevoel in een ander lijf te zitten, het voelt vreemd aan. Daarnaast voelen ze zich vaak moe. Aangezien bestraling ook bindweefsel beschadigt dat niet altijd op de juiste manier teruggroeit, kan dit nog jarenlang klachten opleveren.
Suzanne Somers, een Amerikaanse actrice die herstelde van borstkanker, vertelt daarover: "Na wat ik allemaal geleerd heb over bestraling en over het behandelen van kanker via voeding, denk ik niet dat ik de keuze voor bestraling die ik destijds nam, vandaag opnieuw zou nemen. De gezondheidsproblemen die ik nu heb, zijn allemaal het gevolg van die bestraling." (ref.) Getatoeëerde borsten Een tamelijk bizar detail over bestraling dat we van meerdere borstkankerpatiënten gehoord hebben, is dat er in het ziekenhuis eerst puntjes gezet worden op het lichaam voordat er met de bestraling begonnen wordt. Die puntjes dienen om aan te geven waar de bestraling moet plaatsvinden. Omdat het ziekenhuis geen zin heeft om die puntjes bij iedere bestraling opnieuw te moeten zetten met een viltstift o.i.d., wordt er gebruik gemaakt van tatoeages. Hiervoor wordt geen toestemming gevraagd aan de patiënt. Sterker nog, als er bezwaar gemaakt wordt, weigert het ziekenhuis soms om de behandeling voort te zetten. Sommige patiëntes vinden dit zo vernederend, dat ze alsnog besluiten om van verdere (reguliere) behandeling af te zien. Operaties Van de drie standaardkankerbehandelingen is opereren vaak nog de minst schadelijke. Probleem is alleen dat veel kankers inoperabel zijn, bijvoorbeeld wanneer het gezwel door belangrijke organen heen gegroeid is of er sprake is van uitzaaiingen. Ook heeft een operatie vaak direct effect op de kwaliteit van leven, omdat veel activiteiten moeilijk of onmogelijk worden wanneer bijvoorbeeld een been, long of de prostaat operatief verwijderd is. Ook voor het zelfbeeld kan zo'n ingreep vaak grote gevolgen hebben, bijvoorbeeld als bij een vrouw de borsten geamputeerd worden. Bovendien wordt met een operatie het onderliggende probleem, een onleefbaar celmilieu in het lichaam dat cellen ertoe aanzet om kankerachtig te worden, niet opgelost. Dat lukt alleen door de oorzaak te achterhalen en ermee aan de slag te gaan. Hormoontherapie Bij sommige kankerbehandelingen wordt ook hormoontherapie toegepast. Dit gebeurt bij kanker op plekken in het lichaam waar hormonen een belangrijke rol spelen, zoals in de borsten, de prostaat, de schildklier, de eierstokken en de baarmoeder. Het is gebleken dat bij een ruime beschikbaarheid van hormonen zoals oestrogeen deze tumoren sneller kunnen groeien. Dus was de redenatie dat als deze hormonen minder invloed op de kankercellen kunnen uitoefenen, de tumor dan ook minder snel zou groeien. Dit wordt via de tabletten en injecties die hiervoor ontwikkeld zijn op twee manieren gedaan: door het blokkeren van de oestrogeenreceptoren op de kankercellen, of door remming van de productie van oestrogeen in het lichaam. Probleem hierbij is dat ook bij deze behandeling weer voorbijgegaan wordt aan de oorzaak van de tumor, namelijk de leefbaarheid van het celmilieu. Zolang deze oorzaak niet aangepakt wordt, zal de tumor misschien wat minder snel groeien door een hormonale behandeling, maar zeker niet genezen. Bovendien heeft het kunstmatig beïnvloeden van de hormonale huishouding in een patiënt vaak ook weer allerlei ongewenste bijeffecten. Hormonen spelen o.a. een grote rol in het humeur en de beleving van seks en intimiteit bij mensen, dus als de hormonale huishouding verandert, verandert hun gedrag vaak ook. Dit veroorzaakt vaak allerlei 'klein' leed waarbij medisch ingrijpen niet direct nodig is, maar dat voor de patiënten en hun omgeving wel een groot verschil maakt. Zoals we lazen in een artikel in het NRC (ref.): Haar man kreeg hormonen tegen de prostaatkanker. Daardoor werd hij niet alleen impotent, hij verloor ook elke belangstelling voor lichamelijke intimiteit. Hij knuffelt niet meer, slaat zijn arm niet meer om haar heen. "Vier jaar geleden ben ik behandeld voor borstkanker. Ik ben geopereerd, bestraald en heb vier zware chemokuren gehad. Nu heb ik hormoontherapie waar ik veel bijwerkingen van heb zoals pijnlijke spieren en gewrichten. Soms ben ik down maar dan weer snel geïrriteerd en opvliegend." - Anita, die nu over wil gaan op alternatieve behandelingen, via de mail
Referenties (ref.)
Geholpen met deze informatie? © KankerVerslagen.nl | 5 december 2024 | Contact |