ALTERNATIEVE KANKERTHERAPIEËN Het is interessant om te zien dat veel mensen die gediagnosticeerd worden met kanker weliswaar een conventionele behandeling gaan volgen, maar dat ook massaal de intuïtie zijn kop opsteekt, waardoor ze op zoek gaan naar de oorzaak van hun kanker, of naar manieren om zelf iets bij te dragen aan hun herstel. Dit resulteert vaak in een aanpassing van hun levensstijl, zoals het volgen van een gezond dieet, of er wordt gekeken naar complementaire en alternatieve geneeskunde (CAG). Studies schatten dat dit laatste bij meer dan de helft van alle kankerpatiënten het geval is (ref.). Probleem van het huidige, door de farma gedomineerde medische systeem is echter dat conventionele behandelingen, hoewel vaak peperduur, meestal wel vergoed worden door de zorgverzekeraars maar CAG-behandelingen niet. Ook al zijn die vaak goedkoper en hebben ze minder bijwerkingen. Het afsluiten van een verzekering bij een zorgverzekeraar is verplicht voor iedere burger, dus zo worden de meeste patiënten automatisch eerst het reguliere circuit in geleid. De situatie in veel westerse landen is zo scheefgegroeid dat sommige dokters al adviseren om dan maar een goedkope polis te nemen die bijna niets dekt, zodat je in geval van nood hopelijk wat geld over hebt om ook naar 'alternatief' te kunnen kijken (ref.). Op de andere pagina's van deze site vind je al veel maatregelen die je zelf kunt nemen om het herstel te bevorderen als er ooit kanker bij je geconstateerd wordt. Dit zijn naar onze mening de eerste stappen die iedere patiënt zou moeten nemen, omdat die al een wereld van verschil kunnen maken. En die vaak ook de oorzaak van de ziekte wegnemen, zodat hij niet meer terugkomt. Het probleem van veel kankerbehandelingen, zowel regulier als alternatief, is namelijk dat ze de onderliggende oorzaak van de tumor niet adresseren. En als de gekozen oplossing het onderliggende probleem niet aanpakt, zal die behandeling vaak hooguit tijdelijk iets uithalen. Je kunt bijvoorbeeld wel een middel als GcMAF proberen dat je afweersysteem versterkt, maar als niet een verzwakt afweersysteem de oorzaak van je tumor is maar bijvoorbeeld psychisch/spirituele redenen (zoals een conflict in de familie of het verlies van een dierbare), kun je GcMAF innemen wat je wilt. Maar daarmee zal het probleem niet verdwijnen. Probeer dus voordat je een keuze maakt altijd eerst te bedenken waarom je kanker hebt gekregen. Pas als je snapt waarom je lichaam overgegaan is tot het vormen van één of meerdere tumoren, kun je de juiste therapie erbij kiezen. Het vinden van de oorzaak van je kanker kan best lastig zijn, dus neem daar de tijd voor en zoek er bij voorkeur ook hulp bij. Dat kan een professional te zijn zoals een psycholoog of geneeskundige, maar een goede vriend of een lotgenoot die met je meedenkt kan vaak ook al veel helpen. De meeste tumoren doen er jaren over om überhaupt detecteerbaar te worden, dus laat alles eerst even bezinken, zorg dat je kalm wordt, lees je in, win advies in en neem dan pas de volgende stap. Op deze pagina willen we graag een overzicht geven van behandelmethodes buiten het reguliere circuit die je kunt kiezen om van je ziekte af te komen en/of te voorkomen dat je ooit (weer) ziek wordt. We hebben ons best gedaan om er ook bij te zetten waar je die therapie kunt krijgen, maar dit kan natuurlijk nog wel eens veranderen. Het beste is om altijd ook zelf even te googlen of bijvoorbeeld te zoeken op de site van de Artsenvereniging voor Integrale Geneeskunde. Lijst van behandelingen: Hyperbare zuurstoftherapie
Het belang van voldoende zuurstof wordt door de reguliere zorg nog nauwelijks erkend bij de behandeling van kanker, maar wel bij allerlei andere aandoeningen. Zoals chronische wonden, infecties, beschadigingen aan spieren en slijmvliezen, bestralingsschade, brandwonden, koolstofmonoxidevergiftiging, decompressieziekte, enz. (ref.) Hoewel het voor een permanente verhoging van het zuurstofgehalte in je lichaam beter is om gezond te gaan eten, kan op korte termijn het gebruik van hyperbare zuurstofkamers ook uitkomst bieden. Hierbij wordt in speciale cabines zuivere zuurstof toegediend aan patiënten. De lucht die we normaal gesproken inademen bestaat uit ongeveer 78% stikstof, 21% zuurstof en 1% overige stoffen. Dit gebeurt onder druk, zodat de rode bloedcellen en het bloedplasma een hoog zuurstofgehalte krijgen. Bloedplasma vormt de basis voor de lymfevloeistof die overal in je lichaam tussen je cellen door stroomt. Als hier rijkelijk zuurstof in aanwezig is, maken cellen met zuurstoftekort (wat vaak het geval is bij cellen die kankerachtig dreigen te worden of dat al zijn) hier dankbaar gebruik van. Met andere woorden: hyperbare geneeskunde verbetert de leefbaarheid van het celmilieu en helpt zo om kanker tegen te gaan (ref.). De hoge druk in de zuurstofkamer kan er wel voor zorgen dat er een onprettig gevoel in de oren ontstaat, net zoals wanneer je in een vliegtuig zit dat opstijgt of landt. Dit kun je proberen tegen te gaan door je neus en mond dicht te houden en van binnenuit licht tegendruk te geven op je trommelvliezen. Hyperbare zuurstoftherapie wordt in verschillende ziekenhuizen en geneeskundige centra aangeboden, maar het probleem is wel dat, zoals gezegd, de reguliere zorg het niet erkent als kankerbehandeling. De zorgverzekeraars vergoeden het dus ook niet als zodanig (wel bij andere indicaties) (ref.). Wie de kosten zelf wil betalen, zal rekening moeten houden met een prijs van meestal zo rond de 150-200 euro per behandeling.
Ozontherapie Ozontherapie is qua werking vergelijkbaar met die van waterstofperoxide. Beide voorzien het lichaam van extra zuurstof en ruimen schadelijke microben in het lichaam op door middel van oxidatie. Bij waterstofperoxide is het het instabiele molecuul H2O2 dat in het lichaam vervalt tot een watermolecuul H2O en een ongepaard zuurstofatoom O; bij ozon vervalt het instabiele molecuul O3 tot een gepaard zuurstofmolecuul O2 en een ongepaard zuurstofatoom O. In beide gevallen gaat het ongepaarde zuurstofatoom O vervolgens op zoek naar losse elektronen en liefst ook andere zuurstofatomen om weer in zijn favoriete status door het leven te kunnen gaan: namelijk als gepaard zuurstofmolecuul O2 met gepaarde elektronen. Een ongepaard zuurstofatoom dat op zoek is naar elektronen wordt een (vrije) radicaal genoemd (ref.) en het stelen van elektronen uit andere atomen of moleculen heet oxidatie (ref.). Ozon is een stof die gewoon in de natuur voorkomt. Het ontstaat hoog in de atmosfeer uit zuurstofgas onder invloed van UV-straling van de zon (de bekende ozonlaag). Het beschermt het leven op Aarde tegen de schadelijke effecten van deze UV-straling. Ook bij bliksemontladingen wordt ozon gevormd. Op grondniveau zit er slechts een laag gehalte ozon in de lucht, maar in laboratoria is het makkelijk te produceren. Bij kamertemperatuur is ozon een kleurloos tot lichtblauw gas met een onaangename, prikkelende geur. Sinds de negentiende eeuw wordt ermee geëxperimenteerd om te kijken voor wat voor praktische en medische doeleinden het toepasbaar is (ref.).
In 1896 ontwikkelde de geniale uitvinder Nikola Tesla de ozongenerator en vanaf dat moment kon iedereen de beschikking hebben over ozon. Sindsdien zijn er al veel interessante ontdekkingen mee gedaan (ref.). Zo blijkt ozon het afweersysteem te versterken. Het veroorzaakt o.a. een toename in de productie van eiwitten die virussen onschadelijk maken (zogenaamde interferonen (ref.)) en moleculen die de receptoren in kankercellen ertoe aanzetten om de uitgeschakelde apoptose (geprogrammeerde celdood) weer in werking te zetten (ref.). Ook stimuleert ozon de aanmaak van witte bloedcellen en zogenaamde T-cel-groeifactor (ref.), wat een hele serie aan opeenvolgende immunologische reacties in gang zet. Bovendien zetten de radicalen die vrijkomen uit ozon lichaamscellen ertoe aan om ook weer waterstofperoxide los te laten uit hun organellen, wat eveneens antibacterieel werkt (ref.). Ozon kan op verschillende manieren toegediend worden. Bij wonden wordt het soms lokaal en afgeschermd in gasvorm gebruikt. Maar ozon mag niet ingeademd worden, want dan kan het schadelijk zijn voor de longen en bijvoorbeeld longoedeem of astma veroorzaken. Dus wordt er meestal voor andere oplossingen zoals ozonwater gekozen. Dat wordt bijvoorbeeld in de vorm van een spray of een kompres in ziekenhuizen gebruikt om wonden schoon te houden. Tandartsen gebruiken ozonwater om mee te gorgelen en veel zwembaden gebruiken tegenwoordig liever ozonwater dan chloor om hun water mee schoon te houden, omdat ozonwater niet giftig is. De meest spectaculaire verbeteringen voor de gezondheid van patiënten met behulp van ozon worden echter niet gezien in het reguliere circuit, maar bij integrale/alternatieve geneeskundigen die speciale ozontherapie aanbieden. Hierbij wordt ozon per injectie toegediend aan het bloed (vaak in oplopende hoeveelheden) of wordt het bloed eerst uit het lichaam gehaald, dan behandeld met ozon en vervolgens weer terug ingebracht. Als de klacht een probleem betreft dat duidelijk gelokaliseerd kan worden, zoals een tumor of een ontsteking, geven sommige artsen er de voorkeur aan om het met ozon behandelde bloed zo dicht mogelijk bij de plek des onheils te injecteren, bijvoorbeeld via de blaas, vagina of anus (ref.). Als het afweersysteem verzwakt is, bijvoorbeeld door teveel stress, toxische overbelasting of te weinig voedingsstoffen in het dieet, kunnen de schadelijke microben in ons lichaam soms niet goed meer aangepakt worden. Bij ozontherapie krijgen de bacteriën in het bloed te maken met een golf van vrije zuurstofradicalen die de elektronen uit hun celwand trekken. Hierdoor leggen ze massaal het loodje. Maar dat niet alleen; het uiteenvallen van O3 in O2 en O zorgt er ook voor dat het bloed verrijkt wordt met zuurstof. Bovendien wordt hierdoor de afbraak van glucose in rode bloedcellen gestimuleerd, oftewel glycolyse. Dit leidt in een paar stappen tot een toename van de hoeveelheid zuurstof die wordt afgegeven aan de weefsels. Het antibiotische effect van ozon kan een gevoel van opluchting geven bij de patiënt, terwijl de extra zuurstof hem meer energie oplevert. Vooral bij mensen die al langere tijd met burnout- of vermoeidheidsverschijnselen rondlopen waartegen niets lijkt te helpen, kan dit de doorbraak betekenen waarop ze hoopten (ref.). Aangezien ozon niet alleen bloedbacteriën doodt maar ook de bloedcirculatie verbetert doordat het voor meer zuurstof zorgt, aderen verwijdt en aderverkalking vermindert, kunnen tal van klachten afnemen of verdwijnen door ozontherapie. Zoals:
En ook kanker. Vanwege de eerdergenoemde afweerversterkende werking van ozon, maar ook omdat kankercellen vaak ontstaan in zuurstofarme, verzuurde en microbenrijke celmilieus. Als die omstandigheden beter leefbaar worden door een verbeterde bloedcirculatie en meer zuurstof kunnen kankercellen hun kankerprogramma ook weer stopzetten (ref.). De effectiviteit van ozontherapie is al door honderden studies aangetoond bij meer dan 110 verschillende aandoeningen. Ozontherapie is een veilige behandeling zonder veel bijwerkingen gebleken, alleen moet er net als bij waterstofperoxide wel op gelet worden dat het gedoseerd gebeurt. Want als er teveel vrije radicalen tegelijk in het lichaam losgelaten worden, zal dit niet alleen de schadelijke microben, maar ook gezonde cellen aantasten. Begeleiding door een deskundige wordt dus aangeraden. In Nederland kun je ozontherapeuten vinden door even te googlen . Wie de mogelijkheid heeft om in Duitsland ozontherapie te volgen heeft veel meer keus, want daar is deze behandeling meer algemeen geaccepteerd dan hier (ref.).
DMSO
DMSO (dimethylsulfoxide) is een natuurlijke substantie die gecreëerd wordt door dimethylsulfide (DMS), een stof die ontstaat bij de verwerking van hout, te verrijken met zuurstof (ref.). Het werd al in 1866 ontdekt door de Russische wetenschapper Alexander Zaytsev. Het gebruik ervan kwam in een stroomversnelling terecht in de jaren '60, toen een Amerikaanse arts genaamd Stanley Jacob (ref.) ontdekte dat het stofje heel makkelijk huid en organen kon binnendringen zonder ze te beschadigen. Daar bleek het als een pijnstiller, ontstekingsremmer en antioxidant te werken (ref.). Ook heeft het een ontgiftend effect. DMSO verwijdt de bloedvaatjes (ref.), zodat zuurstof en voedingsstoffen beter de lichaamscellen kunnen bereiken. Zo verbetert het het celmilieu en wordt kankervorming tegengegaan. Ook werkt het DMSO goed als transportmiddel voor andere stofjes en geneesmiddelen met een anti-kankerwerking, zoals MMS. Bij kankerpatiënten die voor chemotherapie kiezen kan DMSO vaak helpen om de giftige chemovloeistof nauwkeuriger naar de tumor(en) te sturen, zodat er minder nodig is. DMSO is als crème of oplossing gewoon bij de apotheek verkrijgbaar en wordt door (dieren-)artsen onder meer gebruikt bij huidaandoeningen, kneuzingen, wonden en interstitiële cystitis (IC). Dr. Stanley Jacob zelf gebruikte DMSO oraal en slikte dagelijks een theelepeltje; hij zei dat het hem jong hield. Hij werd uiteindelijk 91 jaar (ref.). Omdat DMSO door het lichaam wordt afgebroken tot sulfides die vervolgens via de longen en de huid naar buiten gewerkt worden, kunnen gebruikers soms tijdelijk een behoorlijk sterke knoflook-achtige geur ervaren (ref.).
714-X
In de jaren '60 ontdekte de naar Canada geëmigreerde Franse hematoloog Gaston Naessens onder een microscoop dat er zich tussen alle bekende bloedcellen nog iets anders in ons bloed bevond, dat leek te bewegen. Hij kon alleen met de bestaande technieken niet goed zien wat dat was (ref.). Elektronenmicroscopen kunnen zaken weliswaar sterk uitvergroten, maar dat kan alleen met dood weefsel, niet met actieve lichaamsprocessen. Naessens bedacht dat het licht dat hij gebruikte misschien niet ideaal was, dus ontwikkelde hij een eigen microscoop waarmee hij de golflengte van het licht kon aanpassen. Hij noemde het ding een "somatoscoop" (somatisch betekent 'betrekking hebbend op het lichaam'). Dit bleek een goede ingeving, want onder zijn nieuwe somatoscoop kon hij opeens wél zien wat die mysterieuze bewegende deeltjes in het bloed waren: het bleken bacterie-achtige micro-organismen te zijn die zich in enorme getalen tussen de bloedcellen door bewogen. Aangezien blijkbaar nog geen enkele wetenschapper het bestaan van deze bloedmicroben vastgesteld had, gaf hij ze zelf maar een naam: "somatiden".
Het verschil tussen een gewone elektronenmicroscoop en een "somatoscoop": de elektronenmicroscoop (links) laat de levende microben tussen de bloedcellen en bloedplaatjes niet zien, maar de somatoscoop wel (ref.) Hij bestudeerde het gedrag van deze mini-organismen uitvoerig en ontdekte dat ze steeds van vorm veranderden en zich in cycli voortplantten. Ook stelde hij vast dat de aanmaak van groeihormonen (ref.) in ons lichaam niet plaats kan vinden zonder de aanwezigheid van deze somatiden tijdens een bepaalde fase van hun cyclus. Toen hij het bloed van kankerpatiënten vergeleek met dat van gezonde mensen, zag hij dat dit bloed andere soorten somatiden bevatte. Deze afwijkende somatiden maakten de aanmaak mogelijk van groeihormonen die kankercellen nodig hebben om zich snel te kunnen delen. Naessens zag ook dat normaal bloed stofjes bevat die het ontstaan van zulke afwijkende somatiden tegengaat. Dus zocht hij naar een manier om dit remmende effect ook in het bloed van kankerpatiënten te creëren. Na veel experimenteren kwam hij uit bij een mengsel bestaande uit kamfer, salmiak, zout en nitraat (ref.). Behalve de remmende werking bleek deze samenstelling ook de functionaliteit van het lymfestelsel te bevorderen, zodat gif- en afvalstoffen in het lichaam beter afgevoerd konden worden. Het bleek dan ook het beste te werken om dit mengsel via injecties rond de lymfeklieren in de liesstreek toe te dienen. Hij noemde het middel "714-X" (ref.) - een fantasienaam gebaseerd op zijn initialen en geboortejaar. Hij richtte een bedrijf op genaamd CERBE Distribution Inc dat dit middel ging produceren, en met succes. Veel patiënten in Canada bleken er baat bij te hebben; niet alleen bij kanker maar ook bij andere degeneratieve aandoeningen als MS, fibromyalgie en artritis. Net als alle andere ontdekkers van behandelmethodes tegen kanker door de jaren heen viel echter ook Gaston Naessens weer dezelfde behandeling door het medisch establishment ten deel: hij werd voor kwakzalver uitgemaakt, tegengewerkt en men weigerde zijn ontdekking te onderzoeken. Sterker nog: ook vandaag de dag wordt het bestaan van somatiden in het bloed nog genegeerd door de farmawetenschap, ook al maakte Naessens er tal van opnames van met zijn somatoscoop (ref.). De somatoscoop zelf wordt voor zover wij weten ook nog nergens gebruikt om levend weefsel mee te bestuderen. Door al deze tegenwerking blijft de beschikbaarheid van 714-X in apotheken tegenwoordig beperkt tot een handjevol landen, waaronder Canada, waar artsen het soms nog voorschrijven als geen enkel ander (conventioneel) middel lijkt te werken. Je kunt het echter ook online bestellen bij Naessens' bedrijf dat nog steeds bestaat, ook al overleed Gaston zelf in 2018 op de gezegende leeftijd van 94 jaar - opmerkelijk genoeg terwijl wij bezig waren met de totstandkoming van deze website. Het aantal gepubliceerde patiëntenervaringen is vooralsnog beperkt, al kunnen de verhalen die er zijn soms wel erg inspirerend zijn (ref.).
DCA DCA (dichloorazijn) (ref.) is een sterk zuur dat al decennialang gebruikt wordt als medicijn bij o.a. melkzuurvergiftiging, zeldzame stofwisselingsstoornissen en aangeboren mitochondriale spieraandoeningen. Het bestaat maar uit één molecuul en hoewel het geproduceerd wordt als poeder, wordt het meestal aan patiënten geadministreerd als oplossing of in pilvorm. In 2007 kwam het plotseling weer in de publiciteit te staan nadat een professor aan de Universiteit van Alberta in Canada, Evangelos Michelakis genaamd, had ontdekt dat DCA ook helpt om kanker te genezen. Proeven die hij deed met kankercellen buiten het lichaam en bij ratten met menselijke kankers lieten zien dat o.a. long- , borst- , prostaat- , baarmoeder- en hersenenkankercellen afstierven zodra er DCA toegediend werd (ref.). DCA bleek de mitochondriën, de energiecentrales in cellen die in veel soorten kankercellen overgegaan zijn op een andere manier van energiewinning (glycolyse), ertoe aan te zetten om weer normaal glucose te gaan verbranden (ref.). Deze heractivatie van het oude mitochondriale DNA-programma blijkt het DNA van de kankercel er vervolgens toe aan te zetten om ook de apoptose weer te activeren. Hierdoor gaat de cel vanzelf dood.
Dat Dr. Michelakis hiermee op het goede spoor zat, bleek wel weer uit de agressieve reactie van het medisch establishment op zijn ontdekking. DCA is een spotgoedkoop goedje dat niet gepatenteerd kan worden en dus een bedreiging vormt voor de gepatenteerde kankermedicijnen die de farma woekerwinsten bezorgen. Dus begon de Amerikaanse FDA, zeg maar de Amerikaanse voedsel- en medicijnwaakhond die claimt de belangen van de volksgezondheid te behartigen maar in de praktijk vrijwel altijd de kant van de industrie kiest, direct websites te sluiten die DCA verkochten (ref.). Daarnaast werd Evangelos Michelakis onder druk gezet om zich toch vooral maar weer ergens anders mee bezig te gaan houden (ref.). Na het afronden van zijn eerste klinische onderzoek in 2010, dat dus veelbelovende resultaten opgeleverd had (ref.), volgde hij dit 'advies' toch maar op (ref.). Hij en andere wetenschappers en medici deden nog wel een oproep voor vervolgonderzoek naar DCA, maar met de farma als belangrijkste bekostiger van medisch-wetenschappelijk onderzoek wereldwijd, bleek dat tot nu toe tevergeefs. In Nederland werd Wim Huppes, een internist die zichzelf via DCA genas van prostaatkanker (ref.) en daarna ook andere kankerpatiënten ermee ging behandelen in zijn kliniek, voor het Tuchtcollege gesleept door de Inspectie voor de Gezondheidszorg en zonder pardon zijn dokterstitel ontnomen (ref.). Gelukkig kan de industrie met al haar tentakels veel tegenhouden, maar niet alles. Omdat DCA zo makkelijk te verkrijgen is (vooral in Amerika, ondanks de FDA) en er nauwelijks bijwerkingen zijn, heeft DCA inmiddels een vast plekje veroverd als alternatieve kankerbehandeling. Zelfs het gebruikelijke legertje van critici dat normaal gesproken alles wat niet-regulier is direct de grond in stampt, heeft moeten toegeven dat DCA ontegenzeggelijk potentie heeft als anti-kankermiddel (ref.). Wat ook geïllustreerd wordt door de succesverhalen van thuisgebruikers die her en der op het web te vinden zijn (ref.). Toch is inmiddels ook duidelijk geworden dat DCA bij lang niet iedere kankerpatiënt effect sorteert (ref.). En dat is ook logisch, omdat DCA, net als sommige andere op deze pagina beschreven behandelingen zoals die van Dr. Burzynski en Dr. Naessens, voorbijgaat aan de oorzaak van de tumor. Iedere tumor ontstaat om een reden, en het adresseren van die reden verdient altijd de voorkeur boven het simpelweg proberen te ontregelen van de kankermechanismen. Als je een lichaam van kanker probeert te ontdoen terwijl het nog steeds tumoren nodig heeft om bijvoorbeeld de overmatige aanwezigheid van suiker of gif te verwerken, kun je DCA slikken tot je een ons weegt, maar de kanker zal dan niet weggaan. Niet voor niets levert het reguliere kankeronderzoek, dat zich ook steevast richt op het ontregelen van kankermechanismen via eiwitten, enzymen enz., nog steeds zo weinig op. Kanker is een noodoplossing van het lichaam om een probleem op te lossen dat het niet op andere manieren kan oplossen. Als een tumor verwijderd wordt terwijl het onderliggende probleem blijft voortbestaan, zal het lichaam altijd nieuwe tumoren proberen aan te maken. Dat is waarschijnlijk ook de reden dat DCA het vaak beter doet bij kankercellen in laboratoria en bij ratten met menselijke kankers dan bij kankerpatiënten zelf. Bij ratten en bij cellen buiten het lichaam is die onderliggende oorzaak, een bedreigend celmilieu, immers meestal minder aanwezig. Dus zullen de kankercellen zich daar ook eerder laten 'overwinnen' door de DCA dan wanneer ze nog een taak te vervullen hebben in het lichaam. Het aanpakken van het oorzaak dient altijd de eerste stap te zijn op weg naar de genezing van kanker. Anders zullen vrijwel alle behandelingen uiteindelijk alleen maar tijdelijke oplossingen blijken te zijn.
LDN (Low Dose Naltrexone) Een mooie bijkomstigheid bij het doen van research voor deze website was dat we regelmatig informatie tegenkwamen waar we zelf ook nog nooit van gehoord hadden, maar wel blij van werden :) Er blijken zoveel fantastische middelen te bestaan waar een lichaam, ziek of niet, van kan profiteren. Eén zo'n mooi middel is LDN. Wie heeft er ooit van LDN gehoord? Toch werkt dit middel zo goed dat het eigenlijk standaard in ieder medicijnkastje zou moeten staan. En dan nog wel helemaal vooraan ook. Naltrexon is in tabletten van 50 mg al sinds de goedkeuring door de Amerikaanse FDA in 1984 in gebruik als middel tegen drugs- en alcoholverslaving. Het blokkeert de opioïde receptoren op de cellen die ieder mens heeft, waardoor er geen roes meer ontstaat bij het gebruik van verdovende middelen. Dan heeft het dus ook geen zin meer om nog drugs te nemen. Erg populair werd het middel niet, want in zo'n hoge dosis veroorzaakte het vaak allerlei vervelende bijwerkingen zoals angst, depressie, slapeloosheid, buikpijn, braakneigingen en stress.
Kort daarna echter, in 1985, ontdekte een neuroloog in New York genaamd Bernard Bihari (ref.) dat het nemen van een veel kleinere dosis Naltrexon een onverwachte uitwerking had: dan blokkeert het de opioïde receptoren slechts gedeeltelijk. Vooral bij een dosis van ongeveer 3 mg per dag, liefst ingenomen rond 21:00 uur i.v.m. onze biologische klok, deed zich dit effect sterk voor. De hypothalamus (ref.) in onze hersenen, die prohormonen aanmaakt waar later endorfinen en hormonen van gemaakt worden, krijgt bij de blokkade van zijn eigen opioïde receptoren een vals signaal dat er te weinig endorfinen in het bloed zitten. Endorfinen (lichaamseigen opiaten) zijn onmisbare stofjes voor ons afweersysteem, dus dan gaat die hypothalamus 's nachts extra prohormonen aanmaken. Bij een te hoge dosis Naltrexon worden de opiaatreceptoren op onze immuuncellen echter te veel geblokkeerd, waardoor die extra beschikbare endorfinen geen effect sorteren. Maar bij een lagere dosis is dat wel het geval (ref.). Deze endorfinen en hormonen werken dan pijnstillend overdag en brengen bovendien het afweersysteem weer in balans, zodat allerlei aandoeningen die (mede) het gevolg zijn van een verstoord afweersysteem dan met hernieuwde energie aangepakt kunnen worden. Bihari ontdekte dit effect eerst bij HIV-infecties, maar in de jaren daarna stelde hij en andere onderzoekers hetzelfde effect ook vast bij tal van andere aandoeningen, waaronder kanker, fibromyalgie, MS, Lyme, schildklieraandoeningen, auto-immuunziektes zoals Lupus, ALS, de ziekte van Bechterew, aandoeningen aan het zenuwstelsel, allergieën, Alzheimer, Parkinson, autisme, de ziekte van Crohn, COPD, psoriasis, reuma en PMS (ref.). Het nieuwe middel werd "Low Dose Naltrexone" (Naltrexon in een lage dosis) oftewel LDN genoemd. Er werden bijna geen bijwerkingen gerapporteerd; sommige mensen hadden alleen wat last van slaapproblemen, hoofdpijn en/of misselijkheid. Die verdwenen echter meestal binnen een paar weken weer. De farma stond erbij en keek ernaar. Zo hadden ze dit middel helemaal niet bedoeld, maar zo vormde het wél een bedreiging voor allerlei gepatenteerde medicijnen die ze op de markt hadden tegen bovengenoemde aandoeningen. Aangezien het hier een medicijn betrof dat al goedgekeurd was, konden ze er weinig meer tegen beginnen. Het enige wat ze konden doen, behalve deze ontdekking zoveel mogelijk weghouden uit de door hen gecontroleerde medische vakbladen, opleidingen en opfriscursussen, was verhinderen dat het in kleine doses opgenomen werd als een geregistreerd geneesmiddel. Dat was niet zo moeilijk, aangezien de registratieautoriteiten die daarover gaan, zoals de FDA in Amerika en het CBG in Nederland grotendeels betaald worden door de farmaceutische industrie (ref.). En zo hebben we nu dus de vreemde situatie dat Naltrexon in tabletten van 50 mg wél een geregistreerd geneesmiddel is en verkrijgbaar is in de apotheek (ref.), maar in kleinere doses niet. De meeste artsen zijn gevoelig voor de registratie van medicijnen, omdat ze buiten hun protocollen gaan werken als ze daar niet naar kijken. Dan lopen ze het risico om problemen te krijgen met de Inspectie (ref.). Gelukkig zijn er na enig zoekwerk vaak wel artsen te vinden die dapper genoeg zijn om toch een uitzondering te maken. Of die wel tabletten van 50 mg willen voorschrijven, zodat je die thuis tot kleinere doses kunt vermaken (ref.). Vooral alternatieve (maar wel geregistreerde) geneeskundigen zoals homeopaten willen nog wel eens bereid zijn om een helpende hand te bieden. En anders zijn er op internet meestal wel plekken te vinden waar je het kunt krijgen (ref.). Echt duur is het niet; voor een dagelijkse dosis van 3 mg ben je ongeveer 30 euro per maand kwijt.
Geluid, muziek en bioresonantie Over de helende kracht van geluid valt waarschijnlijk een heel boek vol te schrijven, zo veelzijdig zijn de manieren waarop het toegepast kan worden. Niet alleen heeft muziek als geen ander medium het vermogen om je op slag anders te laten voelen en dus andere genen te activeren in je DNA; ook met de trillingen waar geluid uit bestaat valt van alles te doen. Zo kunnen bijvoorbeeld klankschalen een diepe ontspanning teweegbrengen in het lichaam en blokkades helpen oplossen (ref.). De ultrasone golven die gebruikt worden bij shockwave therapie kunnen helpen om o.a. verkrampte spieren, nierstenen, ontstoken gewrichten of hielspoor te verhelpen. Bij stemtherapie kan je eigen stem helpen om vastzittende emoties los te maken en je lichaam te helen (ref.). Er zijn gevallen bekend van mensen die van kanker genazen door simpelweg hun stem als instrument te gebruiken (ref.). Ook in de Ayurveda wordt hier gebruik van gemaakt. Zelfs het spinnen van een tevreden kat op schoot lijkt frequenties uit te zenden die helend kunnen werken voor een ziek mensenlichaam (ref.).
Maar de meest interessante toepassing van geluid bij het genezen van kanker wordt waarschijnlijk gevonden in de bioresonantie (ref.). Zoals gezegd, alles in het universum, van het grootste hemellichaam tot het kleinste atoom, bestaat uit fotonen met een bepaalde harmonische trilling (of frequentie, ook wel "Boviswaarde" genoemd (ref.)). Dit geldt zelfs voor woorden en gedachten. Hoewel het gebruik van trillings-/geluidstechnieken waarschijnlijk al een oeroude wetenschap is (ref.), werden de eerste grote stappen op dit vlak in de moderne tijd gezet door een Amerikaans arts genaamd Royal Rife (1888 – 1971) (ref.). Rife was een bevlogen onderzoeker die zijn eigen microscoop bouwde om het gedrag van microben beter te kunnen bestuderen. Hij ontdekte dat alle verschillende soorten bacteriën in ons lichaam ieder hun eigen unieke trillingsniveau hebben. Wanneer ze geconfronteerd worden met hun eigen frequentie, bijvoorbeeld via geluid of licht, en dit signaal vervolgens versterkt wordt, gaan hun moleculen zo hard trillen dat ze eraan kapotgaan. Net zoals een wijnglas dat kan springen als een krachtige stem of instrument een bepaalde krachtige toon produceert. "De atomen die samen een molecuul vormen, worden bij elkaar gehouden door een energetische band die zijn eigen specifieke elektromagnetische frequentie heeft. Geen twee soorten moleculen hebben dezelfde elektromagnetische frequentie, of energetische signatuur. Door de intensiteit van de frequentie van de moleculaire structuur van een wijnglas te verhogen, kan de wetenschap dat glas laten barsten. Dat is een algemeen aanvaarde natuurwet. Waarom kunnen andere moleculen dan niet geïsoleerd en aangevallen worden op dezelfde manier? Waarom kunnen de trillingsfrequenties van dodelijke virussen, zoals kanker en AIDS, niet geïdentificeerd en vernietigd worden? Waarom heeft niemand daar onderzoek naar gedaan? Nou...dat heeft wél iemand gedaan!" - Begin van een documentaire over het leven van Dr. Royal Rife (ref.) Zoals bekend wemelt het in en rond kankercellen vaak van de polymorfische bacteriën die met hun invasieve gedrag het kankerprogramma in de cel lijken te activeren. Royal Rife ontdekte dat wanneer je deze bacteriën opblaast met hun eigen trilling, kankerachtige cellen sterven of terugkeren naar hun oude differentiatie. En dat kan heel snel gaan, zo bewees hij bij een hele reeks kankerpatiënten die hij op deze manier genas in San Diego (Californië, VS). Begin jaren '30 ging de vondst van Royal Rife als een lopend vuurtje rond in de academische gemeenschap daar. Om de proef op de som te nemen, stelde de Universiteit van Southern California een onderzoekscommissie samen die zestien terminale kankerpatiënten uit het Pasadena County Hospital vroeg om deel te nemen aan een behandeling van drie maanden, geleid door Royal Rife. Tot verbazing van de onderzoekers wist Rife ze alle zestien te genezen. In november 1931 werd er speciaal ter ere van hem een groot banket gegeven in Pasadena dat aangekondigd werd met de naam "Het Eind Van Alle Ziektes" (ref.). Daar waren bijna alle vooraanstaande doktoren en wetenschappers van die tijd aanwezig om te vieren dat er eindelijk een geneesmiddel tegen kanker en andere moeilijk behandelbare aandoeningen gevonden was (want Rife behandelde ook andere patiënten op deze manier). Toen de resultaten van zijn behandelingen getoond werden, kreeg Rife een staande ovatie. Helaas had Rife de pech dat er ook net rond die tijd een aantal machtige grootindustriëlen besloten dat de farmaceutische industrie hun nieuwe melkkoe moest gaan worden. Zij konden deze ontdekking van Royal Rife allerminst gebruiken voor hun plannetjes (ref.). Dus werd hij keihard aangepakt. Zijn kliniek en laboratorium werden platgebrand en verschillende mensen die op de hoogte waren van zijn uitvindingen werden vermoord. Ook Rife zelf kwam later onder verdachte omstandigheden om het leven. Niemand in de medische wereld durfde nog openlijk over zijn werk te praten, bang om ook doelwit te worden van de terreur. Zo verdwenen Rife's behandelmethodes en microscoop met de jaren steeds meer uit beeld. Hulda Clark
Na de Tweede Wereldoorlog kwamen zijn technieken opnieuw onder de aandacht toen de Canadese arts Hulda Clark, die gespecialiseerd was in cellulaire fysiologie, zijn theorieën afstofte om te kijken wat er waar was van de verhalen die ze erover gehoord had. Ook zij begon kankerpatiënten met trillingsmethodes, ondersteund door o.a. kruidentherapie en ontgiftingsmethodes, te behandelen. Al gauw verkozen veel patiënten haar praktijk boven conventionele behandelingen omdat haar methodes vaak succesvol waren en nauwelijks bijwerkingen kenden. Het voornaamste waarop gelet moest worden was dat ze niet te snel te veel pathogenen in het lichaam opbliezen, omdat de ontgiftingsorganen zoals lymfeklieren, nieren en lever dan overbelast konden raken. Op YouTube is een Nederlandse demonstratie van de technieken van Dr. Clark te vinden. Met name deel 3 en deel 4, over het vaststellen en genezen van kanker en AIDS, zijn een echte eye-opener (ref.). Clark schreef meerdere boeken, waaronder een baanbrekend werk uit 1995 dat ook nu nog voor veel CAG-behandelaars en patiënten als leidraad dient: "The Cure For All Diseases" (in het Nederlands vertaald als "Handboek Zelfgenezing" ). In dit boek vind je o.a. een uitgebreide lijst van door Hulda Clark en haar zoon vastgestelde unieke frequenties van allerlei (micro-)organismen. Clark vergaarde steeds meer bekendheid met haar aanpak, totdat de medische gevestigde orde het ook in Canada genoeg vond en haar begon te demoniseren. Dat nam steeds bedreigender vormen aan, waardoor ze zich uiteindelijk gedwongen zag om naar Mexico te vluchten. Daar opende ze haar eigen kliniek en behandelde ze nog jarenlang patiënten die haar van over heel de wereld wisten te vinden. Ze overleed in 2009. Vandaag de dag worden trillingsmethodes succesvol ingezet door vooral bioresonantietherapeuten die de beschikking hebben over technieken die snel de frequentie van de boosdoener in het lichaam kunnen opsporen en ze ook zo te lijf kunnen gaan. Hoe simpeler het organisme, hoe sterker het effect van elektromagnetische frequenties erop. Daarom is het opblazen van bijvoorbeeld een eencellige bacterie eenvoudiger dan dat van een meer complex organisme zoals een parasiet. Elektromagnetische trillingsvelden werken het beste als er twee pulserende frequenties gebruikt worden waarbij de ene 11 maal hoger is dan de andere. Dan gaan micro-organismen vaak al binnen een paar minuten kapot. Veel soorten kankercellen blijken het loodje te leggen bij een frequentie van 100 - 300 kHz (ref.). Hoewel er al jarenlang handige thuisapparaatjes zoals de "Zapper" (ref.) beschikbaar zijn om inwendige ziekmakers te elimineren (ref.) en ook het reguliere circuit nu voorzichtig zijn eerste stapjes zet op het gebied van geluidstechnieken (ref.), is het bij een ernstige aandoening zoals kanker raadzaam om gebruik te maken van de kennis van een deskundige. Die heeft vaak ook de betere apparaten tot zijn beschikking, zoals de BCX Ultra en de Deta Elis die veel in Rusland gebruikt wordt (ref.). In het Verre Oosten wordt meestal gewerkt met plasma-lampen i.p.v. zappers (ref.). Dit was volgens uitvinder Royal Rife ook de beste methode om het lichaam, dat net als alle andere materie uiteindelijk uit niets anders dan licht bestaat, te ontdoen van schadelijke bacteriën (en de goede met rust te laten). Ook simpelweg een tijdje verblijven op plekken met een hoge Boviswaarde kan kanker en andere chronische aandoeningen soms al helpen verdwijnen (ref.). Een andere optie kan het ondergaan van een magneettherapie zijn. Daarbij worden de elektromagnetische velden van magneten gebruikt om de verstoorde frequenties in zieke lichaamscellen weer in balans te brengen.
Foto van een kliniek op de Filipijnen waar patiënten worden behandeld met trillingstechnieken op basis van pulserend plasma-licht
Vitamine C-injecties Mensen die een glas verse sinaasappelsap toevoegen aan hun dagelijks dieet merken het vaak al snel: ze worden minder gauw verkouden, grieperig of ziek dan voorheen. Dat komt omdat sinaasappelsap bol staat van de vitamine C. En die vitamine mag toch wel beschouwd worden als de ongekroonde koning als het gaat om het versterken van ons afweersysteem. Vitamine C, ook wel ascorbinezuur genoemd, werkt als een sterke antioxidant. Aangezien veel fysieke klachten beginnen met ontstekingen als gevolg van oxidatie door vrije radicalen, is de aanwezigheid van voldoende antioxidanten essentieel om inwendig schadevrij te blijven (ref.). Daarnaast is vitamine C onontbeerlijk bij allerlei enzymatische processen in ons lichaam. In tegenstelling tot veel dieren maakt het menselijk lichaam zelf geen vitamine C aan, dus dat moeten we op andere manieren binnen zien te krijgen (ref.). Bij voorkeur via een gezond dieet. In de jaren '60 van de vorige eeuw stelde de vermaarde Amerikaanse wetenschapper en tweevoudig Nobelprijswinnaar Linus Pauling al dat hoge doses vitamine C bescherming bieden tegen vrijwel alle ziektes, inclusief kanker en hart- en vaatziekten (ref.). En dat vitamine C vrijwel geen bijwerkingen heeft, zelfs niet als je er ongekend hoge doses van wel een half pond per dag van inneemt.
Onderzoekers die vervolgens met deze theorieën aan de slag gingen, slaagden er echter niet in om kanker te genezen met vitamine C. Dat komt omdat zij ervan uitgingen dat het niet uitmaakt hoe je de vitamine C toedient. Ze dachten dat orale inname dezelfde uitwerking heeft op het lichaam als bijvoorbeeld via injecties of een infuus. Recentelijk onderzoek (ref.) heeft echter uitgewezen dat dit juist wel veel uitmaakt: als je vitamine C direct in het weefsel of in de bloedbaan inbrengt, werkt dat tot op zekere hoogte ook antioxiderend, maar creëert het ook weer een nieuwe oxiderende stof: waterstofperoxide. Kankercellen zijn kwetsbaarder voor oxidatie door vrije radicalen dan gewone cellen, dus die worden dan het hardst getroffen. Bovendien maken vrije radicalen de bacteriën in kankercellen kapot die ervoor verantwoordelijk waren dat de normale, gedifferentieerde cellen kankerachtig werden. Zo kunnen ze hun normale functie weer hervatten of sterven ze doordat de geprogrammeerde celdood (apoptose) weer hersteld wordt Gezien de veiligheid van deze behandeling roepen nu steeds meer onderzoekers op tot een groot klinisch onderzoek naar de anti-kankerwerking van intraveneus (ref.) toegediende vitamine C, zodat het officieel geregistreerd kan worden als anti-kankermedicijn. Want het doet precies hetzelfde als wat chemo doet, namelijk kankercellen doden, maar dan zonder de schadelijke bijwerkingen (ref.). Aangezien zo'n onderzoek miljoenen kan kosten en doorgaans alleen de farmaceutische industrie zulke bedragen beschikbaar heeft, lijkt de kans echter klein dat zo'n onderzoek er ook daadwerkelijk komt. Vitamine C is immers niet patenteerbaar, dus er zit geen verdienmodel in voor de farma. Vitamine C-injecties zijn gewoon verkrijgbaar via de apotheek (ref.), maar mogen alleen toegediend worden door een arts, bijvoorbeeld bij vitamine C-tekort. Vanwege de protocollen waar dokters zich aan dienen te houden zal je huisarts waarschijnlijk niet staan te juichen als je hem vraagt om een vitamine C-spuit in je tumor te zetten. Het beste is om het via het alternatieve circuit te proberen. Met name orthomoleculair geneeskundigen, die zich richten op het toedienen van alle stofjes aan zieken die ook in gezonde lichamen aanwezig zijn, kunnen nog wel eens uitkomst bieden (ref.). Als het in Nederland niet goed lukt, kan Duitsland misschien een optie zijn, want daar hebben alternatieve genezers vaak nog wat meer vrijheid dan hier (ref.).
De Burzynski-methode
De Poolse arts en biochemicus Stanislaw Burzynski emigreerde in 1970 naar Amerika. Tijdens onderzoek op een universiteit in Texas ontdekte hij dat kankerpatiënten veel minder van bepaalde peptiden (een soort moleculen met aminozuren die enigszins lijken op eiwitten) in hun bloed hadden dan mensen in een controlegroep. Hij noemde deze peptiden "antineoplastons" en vond dit zo veelbelovend dat hij zijn eigen kliniek oprichtte om daar zijn onderzoek voort te kunnen zetten. Het bleek dat deze antineoplastons onder meer fungeren als aan- en uitschakelaars van genen die een gewone cel doen veranderen in een kankercel. Als deze genen uitgeschakeld worden, komt het apoptose-proces in de kankercel weer op gang en gaat hij vanzelf dood. Hoewel hij de onderliggende oorzaken van het gebrek aan deze antineoplastons en dus een mogelijk verhoogde kans op kanker grotendeels buiten beschouwing liet, bleek dit toch een doorbraak. Vrijwel al het overige kankeronderzoek (dat tot op de dag van vandaag voortduurt) had het ontstaan van kanker immers ook gezocht in het samenspel van eiwitten, enzymen, hormonen enz. in het lichaam, maar tot dan toe tevergeefs. Burzynski begon zijn proefpersonen grote hoeveelheden van deze antineoplastons toe te dienen, die hij won uit de urine van gezonde mensen. Er bleken verschillende antineoplastons te bestaan, en de keuze welke hij moest gebruiken bepaalde hij door eerst vrijwel het hele genoom van de patiënt in kaart te brengen. De resultaten waren verbluffend: veel patiënten gingen direct in remissie. Burzynski noemde zijn behandelmethode de "Personalized Gene Targeted Cancer Therapy" en slaagde erin de antineoplastons ook synthetisch te produceren. Vervolgens ging hij er kankerpatiënten uit het hele land mee behandelen, met veel succes. Vooral bij inoperabele hersentumoren bleek zijn aanpak een uitkomst. Dit was tegen het zere been van vrijwel het gehele medisch-wetenschappelijk establishment in de VS, vooral van de farma die deze methode als een bedreiging zag voor hun eigen business. Het gevolg was een eindeloze reeks rechtszaken die tegen hem aangespannen werden omdat hij zijn patiënten op "niet-oncologische wijze" zou behandelen. Ze hadden echter de pech dat Burzynski zelf wetenschapper was en alles goed gedocumenteerd had. Bovendien werd hij gesteund door vele voormalige, nu herstelde patiënten, die de effectiviteit van zijn methode onomstotelijk aantoonden (ref.). Hij won de rechtzaken dan ook vrijwel allemaal. In één van de vonnissen bepaalde rechter zelfs dat de FDA zelf ook onderzoek moest gaan doen naar deze methode. Aangezien de FDA voornamelijk bestaat uit mensen die banden met de farma hebben (ref.), leverde dat hem nog meer vijanden op.
Het resultaat was echter wel dat er nu ook peer reviewed onderzoeken kwamen die de effectiviteit en veiligheid van de Burzynski-methode bevestigden (ref.) - ook al werden die zoveel mogelijk buiten de door de farma gesponsorde medische vakbladen gehouden. Een Japans onderzoek in 2013 leverde vergelijkbare conclusies op (ref.). Hoewel Dr. Burzynski nog steeds veel (juridische) tegenwerking ondervindt van de reguliere medische wereld (ref.), is zijn kliniek tegenwoordig uitgegroeid tot een groot medisch centrum in Houston dat jaarlijks vele patiënten met succes behandelt. Helaas wordt zo'n behandeling niet door de Nederlandse zorgverzekeraars vergoed. Hierdoor is het voor veel mensen vrijwel onmogelijk om er terecht te kunnen, aangezien een behandeling honderdduizenden dollars kost. Deze prijs is overigens vergelijkbaar met die van conventionele kankerbehandelingen in Nederlandse ziekenhuizen, die wel vergoed worden.
Haaienkraakbeen Haaien krijgen zelden kanker, bij minder dan één op de miljoen haaien wordt kanker geconstateerd. Dat komt omdat het skelet van de meeste haaiensoorten volledig uit kraakbeen bestaat, het zijn zogenaamde kraakbeenvissen (ref.). Kraakbeen bevat eiwitten die adervorming (angiogenese) tegengaan, daarom bevat kraakbeen bij volwassen mensen ook geen bloedvaten meer. Bij haaien is ontdekt dat deze eiwitten ongelofelijk krachtig zijn, wel duizend keer krachtiger dan bij andere dieren, zoals runderen. Aangezien tumoren voor hun groei afhankelijk zijn van angiogenese die de groeiende celmassa van bloed en voedingsstoffen voorziet, ontstond het idee om haaienkraakbeen te gaan gebruiken bij kankerbehandelingen. De Amerikaanse biochemicus en maritieme wetenschapper Dr. I. William Lane ondernam hiertoe de eerste stappen (ref.). Later zou hij hier het boek "Haaien krijgen geen kanker" over schrijven. De onderzoeken die vervolgens door verschillende wetenschappers werden opgezet in de jaren '70 - '90 van de vorige eeuw, o.a. in Cuba, bleken verrassend succesvol. Bij veel kankerpatiënten ging de ziekte binnen enkele weken in remissie. De anti-angiogenetische eigenschappen van haaienkraakbeen bleken zo krachtig dat niet alleen de groei van tumoren stopte; ook de aderen die al aanwezig waren in tumoren gingen kapot. Hierdoor waren er op scans van tumoren gaten van afgestorven weefsel te zien, ook wel necrose genoemd. De werking van haaienkraakbeen bleek het sterkst als er niet één bepaald eiwit geïsoleerd werd, maar het hele kraakbeen werd toegediend in poeder- of capsulevorm, zodat de synergetische werking van de verschillende werkzame stofjes bewaard bleef. Van de verschillende kankersoorten bleken hersentumoren het best te behandelen met haaienkraakbeen; (non-)hodgkin het minst goed. Ook bij andere chronische aandoeningen zoals psoriasis, reuma en artritis liet haaienkraakbeen aanzienlijke verbetering zien. Het populaire Amerikaanse informatieve tv-programma "60 Minutes" besteedde er in 1993 een hele uitzending aan, zodat haaienkraakbeen ook bekender werd bij het grote publiek. Het wordt misschien een beetje eentonig voor iedereen die deze pagina tot hier toe gelezen heeft, maar ook hier kwamen de duistere machten in de medische wereld vervolgens weer in actie. De succesvolle onderzoeken werden grotendeels genegeerd in door de farma gecontroleerde vakbladen en opleidingen en er werden WC-Eend-wetenschappers in stelling gebracht die hun eigen studies deden naar haaienkraakbeen; uiteraard met "teleurstellende" resultaten. Het Amerikaanse Nationale Kankerinstituut (NCI) betitelde alle eerder gedane onderzoeken als "waardeloos". In geen enkel westers land - en voor zover wij weten ook niet daarbuiten - werd haaienkraakbeen goedgekeurd als kankerbehandeling. De farma probeert de anti-kankereiwitten wel te synthetiseren, zodat er patent op aangevraagd kan worden. Maar zoals zo vaak met zulke zogenaamde "natuur-identieke" stoffen (lees: net zoveel gelijkend op de natuurlijke variant als een kunstplant op een echte plant) zetten deze kunstmatige stofjes hele andere - of geen - receptoren op onze cellen in werking. Dus dan is het effect ook heel anders, of geheel afwezig.
Spijtig, maar dat doet niets af aan de krachtige anti-kankerwerking die haaienkraakbeen nog steeds heeft. Het is tegenwoordig ook gewoon te bestellen in webwinkels. Let er hierbij wel op dat je ook daadwerkelijk haaienkraakbeen bestelt en geen producten waar bijvoorbeeld runderkraakbeen in verwerkt is, omdat zoals gezegd de werking hiervan veel minder is. Het merk Cartilade staat als één van de beste aangeschreven op dit gebied. Het kraakbeen wordt meestal verkregen uit haaien die toch al gevangen worden voor de haaienvinnensoep (niet dat we dat een goede zaak vinden, maar er worden in ieder geval geen haaien speciaal hiervoor gedood). Het is wel belangrijk om te beseffen dat haaienkraakbeen niet alleen angiogenese in tumoren tegengaat, maar ook in de rest van het lichaam. Weliswaar gaan aders in tumoren vaak sneller kapot dan andere aders omdat ze van mindere kwaliteit zijn, maar bij langdurig gebruik zullen ook de sterkere bloedvaten hier nadeel van ondervinden. Daarom wordt haaienkraakbeen afgeraden aan mensen die sterker afhankelijk zijn van angiogenese, zoals zwangere vrouwen, hartpatiënten en mensen die herstellende zijn van een ongeluk of operatie. Uiteraard dient bij een behandeling met haaienkraakbeen, net als bij eerdergenoemde therapieën als de Burzynski-methode, DCA, 714-X, een ketogeendieet en ook vrijwel alle reguliere behandelingen, in het oog gehouden te worden dat deze zich uitsluitend richt op het aanpakken van de tumor. Er wordt voorbijgegaan aan de oorzaak van die tumor. Als je voor zo'n therapie kiest is het dus altijd het beste om dit te combineren met het aanpakken van de oorzaak, anders kan er steeds weer opnieuw kanker ontstaan.
- Dr. I. William Lane, wetenschapper en ontdekker van haaienkraakbeen als anti-kankermiddel (ref.)
Immuuntherapie / immunotherapie Sinds enige tijd is er in de conventionele behandeling van kanker en andere chronische aandoeningen een nieuwe therapie in opkomst die, tegen de gewoonte in, niet meer uitgaat van een allopathische benadering. In plaats daarvan richt men zich op de versterking van het eigen afweersysteem van de patiënt (ref.). Een stap in de goede richting lijkt het, maar net als bij andere meer natuurlijke benaderingen (zoals o.a. op deze pagina beschreven staan) zien we ook hier weer het ongemak om de hoek komen kijken waarmee de reguliere zorg omgaat met bijna alles wat met de natuur te maken heeft. Het aansterken van het immuunsysteem is in principe namelijk helemaal niet zo'n ingewikkelde zaak voor de meeste mensen: het is vooral een zaak van gezond en gevarieerd gaan eten. Natuurlijk moeten ook factoren als beweging en onze geestelijke gezondheid in ogenschouw genomen worden, maar in principe is het vrij simpel: ons lichaam is puur natuur en onze (afweer-)cellen worden opgebouwd uit de voedingsstoffen die we tot ons nemen. Zo werkt het al zo lang als de mensheid oud is, en zo wordt het meestal ook gedaan in de integrale/alternatieve zorg (ref.). Veel conventionele medici en wetenschappers hebben daar echter geen goed gevoel bij; ze hebben nooit iets over voeding geleerd tijdens hun opleiding, dus ze kunnen zich niet voorstellen dat het zo eenvoudig is. Bovendien zijn natuurlijke voedingsstoffen niet patenteerbaar voor de farma. Dus worden er chemische middelen zoals nivolumab (ref.) ontwikkeld en worden er afweercellen zoals T-cellen uit het lichaam gehaald en genetisch gemanipuleerd om ze "nog beter" te laten werken. Dit laatste wordt T-celtherapie genoemd (ref.). Maar keer op keer blijkt dat dit ook weer allerlei vervelende bijwerkingen heeft en dat Moeder Natuur weinig moet hebben van al dat genetische geknutsel (ref.). De enige die precies weet hoe een bepaald lichaam weer gezond kan worden, is dat lichaam zelf. Het heeft daarvoor alleen de juiste gereedschappen nodig, dus moet ervoor gezorgd worden dat die beschikbaar komen. Voor een betere afweer van T-cellen tegen kankercellen kan bijvoorbeeld een natuurlijk middel als ellaginezuur wonderen doen. Dat zit o.a. in frambozen, aardbeien en walnoten. Dit stofje breekt het eiwitlaagje op kankercellen af, waardoor T-cellen ze beter kunnen aanpakken. Zonder enige bijwerking. Van combinaties met schadelijke pillen en chemotherapie, die op dit moment vaak nog als voorwaarde gesteld worden door de reguliere zorg om aan immunotherapie te mogen beginnen, moet juist zoveel mogelijk weggebleven worden. Want die beschadigen het afweersysteem, dus dat werkt elkaar dan juist tegen. De introductie van immunotherapie in het huidige medische systeem is op zich wel een goede ontwikkeling, want veel chronische ziekten zijn het gevolg van een verstoord afweersysteem. Vooral het op kweek zetten van lichaamseigen afweercellen en die later weer in groten getale in het lichaam brengen, zónder die cellen genetisch te manipuleren, kan de strijd tegen ziektes als kanker veel goed doen. Zulke behandelingen zijn momenteel echter nog maar mondjesmaat beschikbaar in ziekenhuizen, ze worden voornamelijk in privéklinieken gedaan. Het afweersysteem is een zeer complex en lichaamseigen systeem waarvan geen arts of wetenschapper ter wereld exact kan uitleggen hoe het werkt. Temeer omdat het lichaam vaak meerdere oplossingen kan bedenken voor een bepaald probleem, en de precieze werking van het afweersysteem dus van persoon tot persoon kan verschillen. Daarom moet een verstoord afweersysteem door therapieën van buitenaf ondersteund worden, niet gemanipuleerd of bewerkt met chemicaliën. Gelukkig lijkt dit besef er wel steeds meer te komen; zij het dat men momenteel nog steeds liever bepaalde stofjes uit voeding isoleert (ref.) en tot medicijnen verwerkt dan een patiënt gewoon een gezond dieet voor te schrijven. Hierdoor missen patiënten de synergetische werking met andere stofjes uit natuurlijk voedsel die het lichaam eveneens goed kunnen doen. Zodra de reguliere zorg inziet dat een natuurlijk systeem als het afweersysteem ook op een natuurlijke manier benaderd moet worden, en vooral ook dat bij kankerbehandelingen altijd eerst de oorzaak van de ziekte achterhaald moet worden om tot een blijvend succes te komen (ref.), zal dat goed nieuws betekenen voor een heleboel patiënten.
Andere vormen van immuuntherapie Omdat ons immuunsysteem zo veelzijdig is en vanaf onze geboorte steeds in ontwikkeling blijft en bijleert (ref.), zijn er door de jaren heen allerlei verschillende manieren bedacht om het aan te sporen tot meer actie bij bepaalde klachten. Hierboven noemden we al het gebruik van LDN en het belang van een gezond dieet. Maar er zijn ook therapieën die bijvoorbeeld bewust infecties creëren in het lichaam om zo het afweersysteem ertoe te dwingen om in een hogere versnelling te gaan. Koorts is een teken van verhoogde activiteit van het afweersysteem, daarom wordt deze behandelmethode ook wel koortstherapie genoemd. Hoewel koorts ook bij kankerpatiënten voorkomt (ref.), voelen de meeste mensen die ergens een verdacht knobbeltje of bobbeltje ontdekken zich verder eigenlijk prima. Dat komt omdat kankercellen verschillende eiwitten en soms hormonen produceren om het afweersysteem te beteugelen, of zich ervoor te verstoppen. Kanker werd en wordt door de meeste wetenschappers niet als iets positiefs gezien. Gedeeltelijk is dat terecht, want alhoewel tumoren hun best doen om het lichaam te verlichten van een groter probleem, zoals een levensbedreigende overmaat aan suiker of gif, is kanker een primitief overlevingsmechanisme dat uiteindelijk zelf ook de dood van de patiënt kan veroorzaken. Bijvoorbeeld als het door vitale organen heen groeit of verbindingswegen afknelt. Dus hebben tal van onderzoekers door de geschiedenis heen geprobeerd om het afweersysteem ertoe aan te zetten om tumoren krachtdadiger te lijf te gaan. Vaak met succes.
Zo was er in de 19e eeuw een Amerikaans chirurg genaamd William Coley die ontdekte dat als je doelbewust infecties veroorzaakt bij kankerpatiënten, de extra aanmaak van afweercellen die daarop volgt soms ook de tumor onschadelijk maakt. Hij deed dit door incisies aan te brengen in de buurt van de tumor en daar een vloeistof vol dode bacteriën in te stoppen, met hoge koorts en rillingen bij de patiënt tot gevolg. Dit werkte echt, dat is uitvoerig door andere wetenschappers gecheckt en geverifieerd (ref.). De methode werd "Coley's Vloeistof" genoemd (ref.). Door de opkomst van de moderne farmaceutische industrie die kanker met gepatenteerde middelen wilde behandelen, raakte deze methode in de decennia daarna echter in onbruik. Er wordt hier en daar wel gewerkt met technieken die de temperatuur in het hele lichaam of plaatselijk verhogen om zo kankercellen, die slechter bestand zijn tegen warmte dan gewone cellen, te doden. Dit wordt hyperthermie genoemd (ref.). Maar dit is niet hetzelfde als het effect van "Coley's Vloeistof", omdat hier niet het afweersysteem als uitgangspunt gebruikt wordt maar de temperatuursverhoging op zich. Omdat er bij hyperthermie vrijwel altijd ook gebruik gemaakt wordt van schadelijke methodes zoals bestraling en chemo, werkt deze behandeling meestal veel minder goed.
Toch is koortstherapie ook vandaag de dag nog niet helemaal uit beeld verdwenen. Zo is er in Keulen (Duitsland) een Nederlandse arts genaamd Robert Gorter werkzaam die patiënten van over de hele wereld behandelt met immuuntherapieën zoals koortstherapie. Hij en zijn team maken hiernaast vaak gebruik van injecties met dendritsche cellen (ref.). Dit zijn bepaalde types afweercellen in ons bloed die schadelijke microben, die vaak overmatig aanwezig zijn in en rond kankercellen en zo het celmilieu vergiftigen, uitschakelen. Natuurlijk ontkwam ook deze arts weer niet aan de gebruikelijke verdachtmakingen en beschimpingen door de medische gevestigde orde en alle door hen gesponsorde anti-kwakverenigingen (ref.). Maar voor zover wij hebben kunnen nagaan is zijn Keulse kliniek nog steeds actief.
Zonlicht / heliotherapie De zon is de bron van al het leven op Aarde. Zonder zonnen of sterren zou het heelal één grote, levenloze duisternis zijn. De zon bepaalt ons dagelijkse ritme, houdt de temperatuur op onze planeet leefbaar en zorgt op een ingewikkelde manier waarschijnlijk ook nog voor de zwaartekracht (al zijn de geleerden het daar nog niet helemaal over eens). De zon zendt constant enorme massa's fotonen uit, naar schatting iedere seconde meer dan 1045 stuks! (ref.) De Aarde ontvangt daarvan maar een heel klein deel, omdat onze planeet vanaf de zon gezien maar een speldenknopje in het heelal is. Maar zonnefotonen zijn wel heel bijzondere fotonen voor ons. Gewoon licht, zoals kunstlicht, bestaat ook uit fotonen, maar voor onze gezondheid hebben we daar niet veel aan. Probeer thuis maar eens een plant te laten groeien in een kamer waar alleen maar kunstlicht aanwezig is: die legt waarschijnlijk binnen de kortste keren het loodje. Zonlicht heeft die vitaliserende werking wél, en dat komt omdat in zonlicht het complete electromagnetische spectrum van licht aanwezig is. Oftewel: dat licht bevat alle mogelijke frequenties (ook wel golflengtes of trillingen genoemd). Van ultraviolet naar alle kleuren van de regenboog: paars, blauw, groen, geel, oranje en rood en vervolgens naar infrarood. En alles daar tussenin natuurlijk. Al deze kleuren tezamen vormen wit licht. Astronomen hebben al eerder vastgesteld dat in de zon alle scheikundige elementen aanwezig zijn waaruit de planeten ook opgebouwd zijn, van waterstof tot oganesson (ref.). Het vermoeden bestaat dat de planeten ooit ontstaan zijn uit enorme uitbarstingen van zonnevlammen. Dat plasma vond vervolgens zijn plekje ergens in de buurt van de zon, ging draaien (want alles draait in de kosmos), nam langzaam maar zeker vaste vorm aan en werd zo uiteindelijk een planeet. Dit is een route die fotonen vaak bewandelen. Ook met onze gedachten werkt het zo, bijvoorbeeld bij de Wet van de Aantrekkingskracht. De fotonen waaruit onze gedachten opgebouwd zijn, bestaan eerst alleen in onvaste, etherische vorm. Vandaar dat we ze niet kunnen zien. Maar hoe langer ze gevoed worden, oftewel hoe vaker we eraan denken, hoe vaster de vorm wordt die ze aannemen. Via een wonderlijk quantummechanisme kunnen ze dan op een dag werkelijkheid worden en opeens verschijnen in ons leven. Via zonnefotonen worden alle elementen in hun etherische vorm het heelal in gestuurd. Zonnefotonen zijn dus eigenlijk multifunctionele bouwsteentjes die gebruikt kunnen worden voor de creatie van alle mogelijke stofjes. De trilling van de omgeving waar ze terechtkomen, bepaalt wat ze worden. Je zou ze de stamcellen onder de fotonen kunnen noemen. Levende organismen maken hier dankbaar gebruik van via hun DNA, dat zogezegd de software levert voor de stofwisselingsprocessen. Planten vangen de fotonen op, hun DNA communiceert ermee en zo worden ze omgezet in energie en een reeks van nuttige stofjes. Uiteraard worden hiervoor ook de aarde waarin ze groeien, de stikstof uit de lucht en het regenwater dat ze opzuigen gebruikt, maar hierin zitten lang niet alle elementen die ze nodig hebben. Die worden gemaakt van zonlicht.
Zo kunnen ze groot en sterk groeien en worden hun bladeren, vruchten, noten en zaden gevuld met enzymen, eiwitten, (micro-)nutriënten en werkzame stofjes zoals bijvoorbeeld fytocannabinoïden die onontbeerlijk zijn voor mens en dier om te overleven. Deze voedende kwaliteit van zonlicht is ook telers niet ontgaan, vandaar dat er steeds betere lampen ontwikkeld worden om gewassen binnen te kweken. Er bestaan al enige tijd plasma-lampen die het hele electromagnetische spectrum van zonlicht nabootsen. En nu wordt er via LED-lampen ook steeds nauwkeuriger vastgesteld welke kleur licht (dus fotonen met welke frequentie) bepaalde planten nodig hebben om hun specifieke eigenschappen te kunnen ontwikkelen. Zoals het laten groeien van een lekkere tomaat. De zon en de mens Als andere levende organismen zoveel baat hebben bij zonlicht, geldt dat dan ook niet voor de mens, zou je denken? Ja, dat is zeker zo. In talloze verdwenen en nog steeds bestaande culturen, zoals natuurvolken, wordt de waarde van de zon volop erkend en speelt hij vaak ook een belangrijke rol in hun religies. En daar hebben ze baat bij, want chronische ziektes zoals kanker komen er veel minder voor dan bij ons (ref.). Helaas leven we hier in het Westen in een medisch systeem waarin bijna alles wat natuurlijk is, inclusief zonlicht, de afgelopen decennia in het verdomhoekje is komen te zitten. Er valt nou eenmaal weinig te verdienen aan dingen die gratis beschikbaar zijn, dus de machtige farma doet geen enkele moeite om die te promoten. Maar dat wil niet zeggen dat ze niet werken! "Er is een enorm scala aan krachten van elke soort, inclusief ijzer, magnesium, natrium, koolstof en andere elementen die door het zonlicht worden overgebracht. Waarom zouden we deze elementen wel in hun alledaagse vorm uit de drogisterij halen, maar niet de moeite nemen voor een zonnebad? Want als deze elementen ons in zo'n verfijnde vorm worden gegeven dat ze rechtstreeks vanuit de zon als een ether naar ons toe komen, moeten ze vast en zeker veel indringender, langduriger, veiliger en aangenamer zijn, en meer ondersteunend voor ons mentale systeem, dan wanneer ze in een ruwe vorm worden gebruikt." - Dr. Edwin D. Babbitt (1828 - 1905), Amerikaans arts en schrijver van het boek "Human Culture and Cure" (ref.) Integendeel, ze werken vaak juist fantastisch. Het gebruik van zonlicht als behandelmethode bij ziekte is al heel oud en wordt ook wel heliotherapie genoemd. Aan het begin van de twintigste eeuw kwam heliotherapie opnieuw in de belangstelling te staan, onder meer omdat de Eerste Wereldoorlog zoveel gewonden opleverde dat artsen en ziekenhuizen het nauwelijks aankonden. Soldaten met soms ernstige schotwonden en infecties werden dan maar zoveel mogelijk in de zon gezet, vaak met verrassend positieve gevolgen voor hun herstelproces (ref.). Maar ook daarvoor al, in 1903, had een Zwitserse dokter genaamd Auguste Rollier een bijzondere kliniek geopend hoog in de Zwitserse bergen (ref.). Deze "Zon Kliniek" bij het dorp Leysin (tegenwoordig een skioord) behandelde patiënten voornamelijk via een gezond dieet en de kracht van zonlicht, die op zo'n grote hoogte nog eens extra sterk was. De patiënten lagen daar dan ook niet in steriele ziekenhuiskamers, maar lekker met z'n allen buiten op het terras! (ref.) Dr. Rollier's kliniek in Leysin, Zwitserland Dr. Rollier en z'n collega's ontdekten dat de zon de spieren van patiënten steviger maakte zonder dat ze daar oefeningen voor deden. Ook versterkte het de botten en verbeterde de lichaamshouding. De behandelingen sloegen zo goed aan dat Dr. Rollier hierna de ene na de andere kliniek opende. Tijdens zijn hoogtijdagen waren er niet minder dan 36 zonklinieken in bedrijf, waar in totaal zo'n 165 verschillende aandoeningen behandeld werden, van TBC tot open wonden. Inmiddels weten we dat zonlicht ook ter voorkoming en genezing van kanker veel goeds kan doen (ref.). Dat is ook allemaal wetenschappelijk aangetoond, maar zoals gezegd is het probleem met de wetenschap vandaag de dag dat daarin (commerciële) krachten aan het werk zijn die dit soort studies zoveel mogelijk buiten de grote wetenschappelijke tijdschriften en medische opleidingen houden. Zo komen de meeste mensen in de zorg er simpelweg nooit mee in aanraking. Alleen als je zelf op zoek gaat, bijvoorbeeld via PubMed, kom je ze tegen. In het boek "The Healing Sun" van de Engelse arts en onderzoeker Richard Hobday (ref.) staat eveneens een hele lijst van wetenschappelijke studies die het heilzame effect van zonlicht aantonen bij o.a. borst-, darm-, eierstok- en prostaatkanker, diabetes, multiple sclerose, hartaandoeningen, osteoporose en seizoensgebonden affectieve stoornis (SAD). Hobday stelde tevens vast dat allerlei soorten bacteriën snel doodgaan als ze geconfronteerd worden met direct zonlicht. Aangezien bacteriën een belangrijke rol spelen bij de vorming van kanker, kan dit ook onderdeel uitmaken van de helende werking van zonlicht. Daarnaast versterkt zonlicht het afweersysteem, dus ook op die manier werkt het kanker tegen. Er is zelfs een kankerpatiënt geweest, een Amerikaan genaamd Harland G. Call die zelf ook arts was, die van zijn oncoloog het advies kreeg om zijn huidtumor chirurgisch te laten verwijderen. In plaats daarvan verdiepte hij zich in de werking van heliotherapie en besloot hij zijn tumor juist zoveel mogelijk zonlicht te geven. Tot verbazing van zijn oncoloog, en ook wel een beetje van hemzelf, verdween de tumor binnen een paar weken. Maar daar blijft het niet bij, want zonlicht heeft in samenwerking met allerlei klieren en hormonen ook nog eens een bloeddrukverlagend effect. Daarnaast gaat het huiduitslag en psoriasis tegen en het reguleert de bloedsuikerspiegel. Bovendien verbetert het humeur vaak doordat zonlicht de aanmaak van gelukshormonen zoals serotonine bevordert (ref.). Niet voor niets hebben inwoners van streken waar soms maandenlang nauwelijks zonlicht te zien is, zoals in Noorwegen en Finland, vaker last van vermoeidheid, ziekte en depressie dan mensen die in de zonnige delen van de wereld leven. Hun huidkankerpercentages zijn ook hoger. Melanoom komt op de Orkney- en Shetlandeilanden, ten noorden van Schotland, bijvoorbeeld tien keer meer voor dan op de eilanden in de Middellandse Zee. "Paradoxaal genoeg hebben buitenwerkers een verminderd risico op melanoom in vergelijking met binnenwerkers. Dit suggereert dat chronische blootstelling aan zonlicht een beschermend effect kan hebben." - Canadees dermatoloog Jason K. Rivers, o.a. werkzaam aan de Universiteit van British Columbia, in medisch vakblad "The Lancet" (ref.) De hemoglobine in onze rode bloedcellen vereist ultraviolet (UV) licht om zich te binden aan de zuurstof die nodig is voor talloze celfuncties. Daarom kan een gebrek aan zonlicht zoveel verschillende klachten opleveren, waaronder kanker. Kanker is immers typisch een ziekte die het gevolg kan zijn van zuurstofgebrek in het celmilieu. Onderzoek heeft laten zien dat de huid in staat is om lichtenergie op te slaan in moleculaire bindingen die in de huid worden geproduceerd en die met name cholesterol en vitamine D helpen om hun werk te doen. Dit proces lijkt een beetje op hoe zonnepanelen fungeren (ref.). Vergeet niet om genoeg verse groente te eten als je veel in de zon komt, want ander onderzoek heeft laten zien dat de mitochondriën (oftewel de energiecentrales) in onze cellen in staat zijn om zonlicht direct in energie om te zetten als er voldoende chlorofyl beschikbaar is (ref.). Dat is het bladgroen dat aanwezig is in alle groene gewassen, met name veel in tarwegras, gerstegras, spinazie en de algen chlorella en spirulina (ref.)). Deze vorm van fotosynthese, die veel lijkt op die van planten, is een uiterst schone en effectieve manier van energiewinning die ons bovendien geen schadelijke vrije radicalen oplevert (ref.). Een opvallend verschijnsel dat de bovengenoemde Zwitserse arts Auguste Rollier al vaststelde en dat daarna ook door andere onderzoekers geconstateerd is, is dat de helende werking van zonlicht grotendeels verdwijnt als er een zonnebril gedragen wordt (ref.). De verschillende klieren in ons lichaam die de hormonen produceren die het lichaam inseinen dat er zonnefotonen beschikbaar zijn, blijken pas in werking gezet te worden wanneer de optische zenuwen in de ogen het zonlicht waarnemen. Wie wil profiteren van de gezonde effecten van de zon, doet er dus verstandig aan om geen zonnebril op te zetten (ref.). De zon in de ban Na de Tweede Wereldoorlog won de farmaceutische industrie aan invloed en werden er gepatenteerde antibiotica en chemische medicijnen naar voren geschoven als zijnde de beste behandeling voor allerlei kwalen. Zo verdween heliotherapie langzaam uit beeld. Sterker nog, men begon onder het mom van 'wetenschappelijke' publicaties juist zoveel mogelijk de schadelijke effecten van zonlicht te benadrukken. Dat je huid door veel UVB-straling kan verbranden is wel duidelijk, maar dat je er huidkanker van kunt krijgen is klinkklare onzin. Er is nog nooit een onderzoeker geweest die heeft kunnen aantonen dat zonlicht leidt tot huidkanker, hoewel met name door de zonnebrandindustrie ingehuurde wetenschappers hier wel hun best voor gedaan hebben. Het is nooit gelukt, maar al deze negatieve aandacht heeft de reputatie van de zon geen goed gedaan. "Degenen die hebben geprobeerd om de wereld ervan te overtuigen dat de zon, de primaire bron van energie en leven op Aarde, kanker veroorzaakt, hebben dit gedaan met kwaadaardige bedoelingen. Ze wilden de massa's misleiden om zich af te keren van het enige dat ziekte juist kan voorkomen." - Dave Mihalovic, Amerikaans naturopathisch arts en schrijver Hele volksstammen smeren zich tegenwoordig in met zonnebrandmiddelen, terwijl het juist die zonnebrandcrème is die kankerverwekkende elementen bevat (ref.). Afgezien van allerlei chemische ingrediënten die gedeeltelijk door de huid opgenomen worden en in ons lichaam terechtkomen, bevat het ook nanodeeltjes zoals titanium en zinkoxide. Die zijn zo klein dat ze celwanden kunnen doordringen en de bloed-hersenbarrière kunnen passeren. Het afweersysteem heeft daar nauwelijks verweer tegen. Dit leidt tot meer celoxidatie en schade, waardoor de kans op (huid-)kanker toeneemt (ref.). Bovendien blokkeert zonnebrandcrème de aanmaak van vitamine D door onze huid, een vitamine die onmisbaar is voor ons afweersysteem. Er zijn meer dan 800 studies gedaan die het nut van vitamine D aantonen. Lage vitamine D-gehaltes in het lichaam kunnen leiden tot (chronische) ziektes zoals diabetes, MS, Engelse ziekte, mentale aandoeningen, osteoporose en kanker, alsmede voortijdig overlijden. Sommige mensen proberen hun vitamine D-tekort aan te vullen via supplementen, maar zoals wel vaker met supplementen werkt dit vaak minder goed dan de natuurlijke manier. Daarnaast blokkeert zonnebrandcrème de aanmaak van beschermende melanine (pigment) in je huid en zitten er schadelijke hormoonverstoorders in (ref.). De beste manier om verbranding te vermijden is om gewoon niet te lang in de zon te blijven. Als je voorzichtig begint, zullen de meeste mensen genoeg pigment gaan aanmaken (dus bruin worden) om daarna langer in de zon te kunnen. Als je toch iets op je huid wilt smeren kun je beter zelf een mengseltje maken van verschillende oliën en vetten, zoals kokosolie, avocado-olie, sesamolie, aloë vera-gel en/of sheaboter. Dit geeft vaak al een bescherming van factor 6 tot 8 (ref.). De helende werking van licht is vandaag de dag nog niet helemaal uit de zorg verdwenen, maar wordt veel minder breed erkend dan vroeger. Infraroodlampen worden in sommige klinieken nog wel ingezet om bijvoorbeeld spierpijn, huidaandoeningen, brandwonden en allergieën mee te behandelen (ref.). Je kunt deze lampen ook thuis aanschaffen. In poliklinieken en GGZ-instellingen wordt ook nog iets aangeboden wat "lichttherapie" genoemd wordt. Hierbij wordt er redelijk fel, wit licht op de ogen gericht (je hoeft er niet in te kijken). Dit heeft vaak een positief effect op de biologische klok en dit kan verbetering geven bij o.a. depressieve klachten, huidaandoeningen, slaapproblemen, eczeem of een jetlag. Bij chronische aandoeningen zoals kanker komt zonlicht in geen enkel protocol meer voor. Toch zijn er ook bemoedigende signalen, want wellicht aangevuurd door de teleurstellende succescijfers van reguliere kankerbehandelingen die ook na decennia van onderzoek maar nauwelijks beter willen worden, beginnen steeds meer onderzoekers naar andere benaderingen te kijken. Zoals ook het gebruik van (zon-)licht. Inmiddels heeft de Amerikaanse FDA het gebruik van "light therapy" zelfs al goedgekeurd als behandeling bij geavanceerde slokdarmkanker en vroege longkanker (ref.). Gezien de eerder genoemde belangenverstrengeling tussen de FDA en de farma mag dit gerust een kleine doorbraak genoemd worden.
Co-enzym Q10 Q10, ook wel vitamine Q10, CoQ10 of ubichinon-10 genoemd, is een zogenaamd co-enzym (zeg maar een soort enzym dat andere enzymen assisteert). Het komt in alle menselijke en dierlijke cellen voor en is onmisbaar voor ons lichaam (ref.). Wie een tekort aan Q10 heeft merkt dat al snel, omdat hij zich eerder moe gaat voelen. Onze cellen hebben namelijk Q10 nodig bij de energiewinning (ATP-productie). Daarom wordt Q10 in grotere hoeveelheden aangetroffen in lichaamsdelen die veel energie nodig hebben, zoals het hart, de nieren en de lever. Daarnaast fungeert Q10 als antioxidant (ref.). Met een Q10-tekort loop je dus ook meer kans op ontstekingen en oxidatieve stress door vrije radicalen. Dat kan weer leiden tot allerlei (chronische) aandoeningen zoals kanker, auto-immuunziekten, hart- en vaatziekten, diabetes, hoge bloeddruk, migraine, spierdystrofie, Parkinson en Alzheimer (ref.). I.t.t. behandelingen met sommige andere stofjes die hierboven genoemd staan, zoals DMSO en DCA, staat de werking van Q10 niet ter discussie in de reguliere medische wereld. Er is een enorme berg medisch-wetenschappelijk onderzoek beschikbaar die de effectiviteit van Q10 aangetoond heeft. Als je alleen al even snel een zoekopdracht op PubMed loslaat, krijg je al meer dan 1.000 resultaten. Het wordt alleen niet zoveel als therapeutische behandeling toegepast, en de reden daarvoor laat zich raden: Q10 is een lichaamseigen, niet-patenteerbare stof, dus er is geen farmaceut die dat gaat promoten als medicijn. Toch is het voor de voorkoming en genezing van veel ziektes belangrijk om genoeg Q10 in het lichaam te hebben, omdat de werking ervan zo veelzijdig is. Hoewel het lichaam niet veel Q10 nodig heeft (de gemiddelde volwassene heeft er maar ongeveer één gram van), hebben veel mensen er toch een tekort aan. Vooral ouderen en logischerwijs ook patiënten die lijden aan de hierboven genoemde aandoeningen (ref.). Dat komt waarschijnlijk omdat Q10 een moeilijk molecuul is voor de cellen om nieuw aan te maken wanneer de voorraad slinkt. Er zijn veel "grondstoffen" zoals vitaminen en spoorelementen voor nodig. Het lichaam kan Q10 vrij goed recyclen, maar toch moet er zo af en toe ook nieuwe Q10 aangemaakt worden. Als je jarenlang ongezond eet en het lichaam niet meer kan beschikken over de juiste voedingsstoffen, kan de productie van nieuwe Q10 staken en dan raakt de voorraad op. Ook patiënten die schadelijke medicijnen zoals statines en bètablokkers slikken hebben vaak een Q10-tekort, omdat die de aanmaak van Q10 verstoren. Daarnaast werken ook stress, roken en drinken niet bevorderlijk. Een gevarieerd gezond dieet met vitamines en spoorelementen zal vrijwel zeker helpen om de voorraad Q10 weer aan te vullen. Je kunt Q10 ook kant-en-klaar via voedsel innemen (het zit bijna in alle niet-bewerkte producten), maar onderzoek tot nu toe heeft laten zien dat het eten van Q10-rijke voeding niet bij iedereen direct leidt tot hogere Q10-gehaltes in de cellen. Maar dat geldt voor bijna ieder product, medicijn of behandelmethode; we zitten nou eenmaal allemaal anders in elkaar. De inname van Q10 heeft in elk geval nauwelijks bijwerkingen, dus het is altijd het proberen waard. Al was het alleen maar om de extra energie te voelen die mensen vaak ervaren als hun Q10-tekort aangevuld wordt (ref.). Q10 zit nota bene het meest in rendiervlees (ref.), maar voor wie dat niet zo snel voorhanden heeft, kan ook wat extra kippenlever, rosbief of ander vlees of vis op het menu al een positief verschil maken. Of bijvoorbeeld broccoli, peterselie of noten, voor wie meer van vegetarisch houdt. Supplementen lijken voor sommige mensen beter te werken. Meestal niet in poeder- of tabletvorm, maar wel in capsules met olie of softgels waar Q10 in opgenomen is. Die zijn gewoon bij drogisterijen, natuurwinkels en online te koop.
Avemar Zoals we al schreven op onze homepagina: er zijn verrassend veel manieren om van kanker te genezen. Je kunt het probleem holistisch benaderen en je lichaam als geheel beter laten functioneren door gezonder te gaan leven, te ontgiften, je afweersysteem te versterken en/of je geestelijke en spirituele gesteldheid te verbeteren. Deze aanpak heeft naar onze mening altijd de voorkeur, omdat de oorzaak van de tumor dan vaak weggenomen wordt en de kanker daarna voorgoed wegblijft. Maar er hebben zich in de loop der jaren ook tal van onderzoekers beziggehouden met de vraag hoe kankervormende mechanismen eigenlijk werken en hoe die het beste gesaboteerd kunnen worden. Een aantal van die kanker-ontwrichtende technieken worden hierboven al besproken. De volgende in dit rijtje is het middel Avemar, ontwikkeld door de Hongaarse arts en bio-ingenieur Máté Hidvégi (ref.).
In de lijn van het wetenschappelijk onderzoek dat zijn grootvader al deed in de jaren '20 besloot hij zijn leven te wijden aan het zoeken naar een geneesmiddel voor kanker (ref.). Hij richtte zich op het afwijkende metabolisme van kankercellen: waar gewone cellen glucose verbranden in de aanwezigheid van zuurstof, fermenteren kankercellen de glucose in een vaak zuurstofarm en zuur milieu. Dr. Hidvégi redeneerde dat als je dit fermentatieproces in de wielen rijdt, de cel geen energie meer krijgt en dus zal sterven. Na wat verkennend eerste onderzoek dat hij grotendeels uit eigen zak betaalde omdat hij geen sponsors kon vinden (hij verkocht zelfs zijn auto om nog wat extra geld bij elkaar te schrapen) bleek deze hypothese te kloppen. Een goede methode hiervoor bleek het gebruik van tarwekiemen te zijn. Een eerdere Hongaarse wetenschapper genaamd Albert Szent-Györgyi, voor wie Hidvégi veel bewondering had, ontdekte al dat mensen die die hele granen eten minder snel kanker kregen dan mensen die voornamelijk geraffineerde granen eten. Dr. Hidvégi wilde de vermoede kankerwerende eigenschap van tarwe graag isoleren. Met de steeds betere technieken die er beschikbaar kwamen, lukte hem dat uiteindelijk ook, in 1998. In het productieproces van Avemar worden moleculen gewonnen uit tarwekiemen en vervolgens biotechnologisch getransformeerd door fermentatie. De nieuw gevormde moleculen met de moeilijke namen 2-methoxy-benzochinon en 2,6-dimethoxy-benzochinon zijn verbindingen die in tarwekiemen zelf niet meer voorkomen (en overigens nergens in de natuur) maar die wel het stofwisselingsproces van veel soorten kankercellen kunnen ontregelen (ref.). Ze verhinderen namelijk de anaerobe glycolyse, oftewel de zuurstofloze afbraak van glucose tot ATP (de brandstof voor lichaamscellen) (ref.). Daarnaast heractiveert het de uitgeschakelde geprogrammeerde celdood (apoptose) in kankercellen, kunnen ze zich niet goed meer delen, worden ze beter zichtbaar voor het afweersysteem en gaat het uitzaaiingen tegen. Er is al redelijk wat wetenschappelijk onderzoek gedaan naar Avemar, ook wel "FWGE" genoemd (Fermented Wheat Germ Extract) dat de anti-kankerwerking ervan bevestigde voor de meeste kankersoorten. Momenteel wordt er her en der over heel de wereld nog steeds verder studie naar gedaan. Hierbij helpt het dat Avemar meestal als een voedingssupplement behandeld wordt, zodat de grote krachten uit de medische wereld die geen concurrentie wensen voor hun lucratieve conventionele kankerbehandelingen zich relatief koest houden.
Máté Hidvégi noemde het middel "Avemar", een afkorting van "Avé Maria". Op een dag had hij namelijk om goddelijke hulp gebeden om de rest van zijn onderzoek gefinancierd te krijgen. Hij beloofde het middel naar de Heilige Maagd Maria te vernoemen als het lukte. Tot zijn eigen verbazing ontving hij deze financiële steun meteen de volgende dag! Met dit geld kon hij zijn middel ook laten registreren. In 2006 werd Avemar op de jaarlijkse Natural Products Expo in de VS uitverkozen tot "Beste Nieuwe Product van het Jaar", uit 15.000 gegadigden. Vandaag de dag is Avemar eenvoudig online te bestellen. Het moet dageljks ingenomen worden. Gemiddeld merken de meeste kankerpatiënten binnen drie weken de eerste verbetering, zoals een betere eetlust en meer energie. Op scans zijn de eerste verschillen vaak binnen een maand of drie te zien. Afgezien van wat lichte maagklachten en misselijkheid zijn er geen bijwerkingen gerapporteerd voor Avemar (ref.).
Magneettherapie en magneetveldtherapie Ons lichaam is een elektromagnetisch organisme. Tal van lichaamsprocessen verlopen via de uitwisseling van kleine elektrisch geladen signaaltjes. Een bewegende elektrische lading creëert ook altijd een magnetisch veld, vandaar dat er vaak van elektromagnetisme gesproken wordt. Deze signaaltjes hebben naar onze maatstaven niet veel kracht; ze worden gemeten in millivolts, oftewel één duizendste volt. Voor onze miniscule en gevoelige celletjes zijn ze echter onmisbaar om bijvoorbeeld het zenuwstelsel en de hersenen goed te laten functioneren. Ook de celstofwisseling verloopt voor een belangrijk deel op elektromagnetische wijze. Lichaamscellen trillen voortdurend, iedere celsoort op zijn eigen frequentie (zie ook bioresonantie). Binnenin de cellen is er sprake van een krachtig elektrisch veld (ref.). De spanning erbuiten ligt veel lager. Cellen gebruiken dit spanningsverschil om voedingsstoffen en afvalstoffen, die ieder ook hun eigen frequentie hebben, in en uit te voeren. Dit gebeurt via speciale transporteiwitten, ook wel ionenpompen genoemd (ref.). Helaas zijn er in onze westese samenleving gedurende de afgelopen decennia steeds meer factoren ontstaan die verstorend kunnen werken op deze celprocessen. Zo hebben we nu te maken met elektromagnetische velden van buitenaf die ons lichaam kunnen binnendringen, zoals straling afkomstig van slimme meters, stopcontacten, WiFi, mobieltjes, computers en UMTS-masten. Zuurstof en voedingsstoffen komen de cellen dan niet goed meer in, afvalstoffen kunnen er te weinig uit, de boel verzuurt en er komen meer bacteriën. Dit kan aanleiding geven tot allerlei klachten zoals een verminderde weerstand, oververmoeidheid, ontstekingen, pijn, fibromyalgie, migraine, MS, Alzheimer en Parkinson. En ook kanker, omdat een zure, microbenrijke en zuurstofarme omgeving het DNA in de celkern ertoe kan aanzetten om het kankerprogramma in werking te stellen. Net als de elektriciteit uit het stopcontact verloopt de energie die het lichaam gebruikt via elektronen. Die elektronen halen we voornamelijk uit het voedsel dat we eten. Via de stofwisseling in onze cellen komen de elektronen, die altijd een negatieve lading hebben, beschikbaar voor andere lichaamsprocessen en de inspanningen die we verrichten. De aanwezigheid van zout is hierbij van cruciaal belang, want lichaamsvocht kan alleen ionen geleiden als het zoutgehalte hoog genoeg is. Ionen zijn moleculen of atomen met een elektrische lading, dus positief of negatief. Negatief betekent dat er een overschot aan elektronen is, positief een tekort. Daarom kun je je futloos voelen of zelfs flauwvallen bij een zouttekort. Zout is ook nodig voor de aanmaak van hormonen en bijvoorbeeld ook je maagzuur, dus zorg er altijd voor dat je genoeg zout binnenkrijgt. Uiteraard geniet het hierbij de voorkeur om gezond zout zoals Keltisch zeezout te gebruiken, want daar zitten ook nog waardevolle mineralen in. Elk voedsel dat we eten heeft een bepaalde zuurheidsgraad, oftewel een pH-waarde. Hier schreven we al over op onze pagina over gezond eten. Een goede pH-waarde van voedsel is niet alleen belangrijk voor het tegengaan van verzuring in het lichaam en het vermogen om zuurstof op te nemen. Het is ook essentieel voor de elektromagnetische werking van onze cellen, en dus de celstofwisseling.
pH = mV De Amerikaanse arts Jerry Tennant deed hier onderzoek naar (ref.). Hij stelde vast dat een pH-waarde feitelijk gelijk staat aan een bepaald voltage. pH 0 heeft een lading van +400 mV (millivolt). pH 7 is 0 mV, en pH 14 is -400 mV. Onze huishoudelijke apparaten lopen allemaal op een positief voltage, maar ons lichaam heeft juist behoefte aan voedsel met negatieve voltages (dat kun je ook alkalisch noemen). Een negatief voltage betekent immers dat er elektronen beschikbaar zijn voor onze lichaamsprocessen. Alles met een pH van 0 tot 7 is op zoek naar elektronen. Die proberen ze af te pikken van andere stofjes, net als vrije radicalen. Als er niet genoeg elektronen beschikbaar zijn, bijvoorbeeld afkomstig van antioxidanten, is dit schadelijk voor je weefsels. Zulke stoffen noem je zuur of acidisch. Iedere cel in ons lichaam is ontworpen om te functioneren op een voltage van ongeveer -25 mV (een pH van tussen de 7,35 en 7,45). Als een cel gerepareerd moet worden, wordt het voltage tijdelijk neergeschroefd naar rond de -50 mV. Zo heeft hij genoeg energie over voor de reparatiewerkzaamheden. Als er tumoren of infecties genezen moeten worden, heb je soms zelfs wel -70 mV nodig. Als de cel klaar is, stijgt het voltage weer. Naast straling en ongezond voedsel brengt het leven in onze westerse maatschappij nog een paar andere factoren met zich mee die schadelijk kunnen zijn voor onze stofwisseling en de elektromagnetische velden in ons lichaam. Ook inwendige infecties en ontstekingen, die vaak onzichtbaar blijven en veroorzaakt kunnen worden door bijvoorbeeld wortelkanaalbehandelingen in de mond, kunnen het metabolisme van een cel negatief beïnvloeden. Daarnaast is ook de overdaad aan gif waar we dagelijks van alle kanten ongezien aan blootgesteld worden, schadelijk voor de celstofwisseling. Het kan bijvoorbeeld het afweersysteem ertoe aanzetten om klieren waarin te veel gifstoffen opgenomen zijn, aan te vallen (auto-immuunziekte). Hierdoor kunnen die klieren gaan stoppen met het produceren van hormonen (ref.) die nodig zijn bij de celstofwisseling (ref.). Als een cel zijn negatieve voltage verliest, zoals door bovengenoemde oorzaken, kunnen er een aantal dingen gebeuren. Bij -15 mV voel je je moe. Bij -10 mV word je ziek, en bij -5 mV of hoger kunnen je organen niet goed meer functioneren. Je ontwikkelt dan tumoren, je hebt pijn, chronische ontstekingen en een zuurstoftekort. Daarom is het zo belangrijk dat de spanning in je cellen op peil blijft. En daarvoor heb je elektronen nodig. Behalve het eten van alkalisch voedsel kun je daarbij ook denken aan het volgen van een magneettherapie of een magneetveldtherapie. Die twee behandelingen lijken niet alleen qua naam erg op elkaar, maar ook qua werking. Bij magneettherapie worden er krachtige magneten op je lichaam gelegd. Je kunt de magneten ook zelf bij je dragen, bijvoorbeeld aan een armband of ketting. De noordpool van de magneet moet naar je lichaam toe gericht zijn, anders werkt het juist averechts. De noordpool, ook wel de minkant of negatieve kant genoemd, creëert een negatief elektromagnetisch veld dat helend werkt. De zuidpool van een magneet, oftewel de pluskant, heeft op zich ook nuttige eigenschappen, want een positief veld kan stimulerend werken voor bijvoorbeeld de groei of de vruchtbaarheid van een organisme. Maar bij lichamelijke klachten zoals pijn kan het de kwaal juist verergeren. Je zou dus kunnen zeggen dat de zuidpool over het algemeen een opwekkend effect heeft en de noordpool een verzachtend effect. Magneten van de juiste sterkte (dat wordt gemeten in de eenheden Gauss of Tesla) kunnen helpen om de spanningsvelden in je cellen te herstellen. 1.000 Gauss wordt in dat opzicht als matig sterk beschouwd en alles boven de 2.500 Gauss als krachtig. Geneeskundigen die magneten gebruiken in hun praktijk, zoals de Amerikaans acupuncturist en kruidengeneeskundige Michael Tierra, hebben vastgesteld dat het bij lokale pijn vaak het beste werkt om de magneten zo dicht mogelijk op de pijnlijke plek aan te brengen. Bij meer algemene klachten, zoals vermoeidheid door een verstoorde celstofwisseling, is de positie van de magneet van minder belang. Het effect van bijvoorbeeld een krachtige magneet aan een halsketting kan in het hele lichaam voelbaar zijn. Sommige magneettherapeuten maken graag tegelijkertijd gebruik van magneten van beide polariteiten, zodat er een stroming van stofjes ontstaat. De kant waar een stofje zich heen beweegt, hangt af van zijn voltage (ref.). Vooral het bloed kan vaak een flinke oppepper krijgen onder invloed van elektromagnetische velden. De bloedcirculatie neemt toe, de verzuring neemt af en er worden meer voedingsstoffen en zuurstof vervoerd. Al deze factoren hebben een kankerremmend effect (ref.). Bovendien zijn ze schadelijk voor veel ziekteverwekkende micro-organismen, die niet kunnen overleven in een zuurstofrijke, alkalische omgeving.
- Dr. Michael Tierra, Amerikaans acupuncturist en kruidengeneeskundige (ref.) Oplaadbaar calcium Het element dat een cruciale rol lijkt te spelen bij het vitaliserende effect van magnetisme op lichaamscellen, is calcium. Dit mineraal heeft het vermogen om makkelijk van ionische lading te veranderen en speelt zo een grote rol bij de voeding van je cellen en de stofwisseling. Het hecht zich aan verschillende voedingsstoffen en watermoleculen vast, zodat die door het potentiaalverschil binnen en buiten de cel door het voedingskanaal naar binnen getrokken worden. Vervolgens dropt het zijn lading en begint het proces weer opnieuw. Bij schadelijke elektromagnetische velden, zoals straling, kan calcium zijn natuurlijke, geïoniseerde staat verliezen. Krachtige straling kan calcium zelfs helemaal afbreken, wat o.a. tot pijnlijke en broze botten leidt. Door de depletie van calcium gaat het voltage in de cellen omhoog en de pH omlaag, waardoor de cel verzuurt. Magnetische velden die gecreëerd worden door magneten hebben het vermogen om calcium weer te ioniseren. Zo wordt de oorspronkelijke spanning in de cel hersteld en komt de celstofwisseling ook weer goed op gang. Daarom wordt het effect van magneten op het lichaam vaak omschreven als balancerend. Mensen zeggen het gevoel te hebben dat "alles weer gaat stromen". Niet voor niets worden magneten en magnetieten (dat zijn natuurlijke oxiden van ijzer die door het magnetische veld van de Aarde zijn gemagnetiseerd) ook al eeuwenlang gebruikt in holistische geneeswijzen over heel de wereld. Zoals de Traditionele Chinese Geneeswijze (TCG) en de Indiase Ayurveda, die zich vooral richten op het in balans brengen van het lichaam.
Voor een juiste afstemming tussen lichaam en magneet is het de eerste keer aan te bevelen om een bezoek te brengen aan een magneettherapeut. Die kan je aanbevelingen geven over hoe je gezondheid zelf verder op peil te krijgen en te houden. Er zijn bijvoorbeeld allerlei magneetkettingen en -armbanden te koop die je op je lichaam kunt dragen. Let er wel altijd op dat er ook aandacht aan besteed is om de magneet (of magneten) met de noordpool naar het lichaam te richten. Als je niet weet wat de noordpool van een bepaalde magneet is, kun je die magneet even los laten hangen (bijvoorbeeld aan een draadje). De noordpool van de magneet zal zich dan, net als het wijzertje van een kompas, direct naar de magnetische zuidpool van de Aarde draaien (ref.). Let wel: de magnetische zuidpool is niet hetzelfde als de geografische Zuidpool. Dit kan soms enigszins verwarrend werken. De magnetische zuidpool ligt in de buurt van de geografische Noordpool, daarom wijst een kompas naar het Noorden (ref.). Op een kaart of bijvoorbeeld met Google Earth kun je zien waar vanuit jouw huis het Noorden ligt. Magneetveldtherapie werkt ook met magnetische velden, maar in plaats van magneten wordt hierbij stroom gebruikt (ref.). De patiënt gaat meestal op een speciale mat liggen waar koperen spoelen in verwerkt zitten. Deze mat is aangesloten op een elektrisch aansturingssysteem, zodat er elektromagnetische velden van de juiste sterkte gecreëerd kunnen worden om de spanning in de cellen te herstellen. Ook in de reguliere wetenschap wordt de therapeutische werking van magneten erkend, zij het nog wat schoorvoetend (ref.). Zaken zoals de trilling van cellen en de elektromagnetische werking van het lichaam worden überhaupt weinig als uitgangspunt gebruikt bij medisch-wetenschappelijk onderzoek. Men probeert liever op microscopisch niveau te sleutelen aan bepaalde lichaamsmechanismen. Holistische benaderingen zijn immers niet populair onder wetenschappers; niet alleen omdat men dan nogal snel het stempel van alternatieveling opgeplakt krijgt (wat koste wat het kost vermeden moet worden als je carrière je lief is), ook is het makkelijker om op moleculair niveau iets nieuws te ontdekken en dus je onderzoek gepubliceerd te krijgen. Verschillende onafhankelijke onderzoekers hebben al vastgesteld dat magneet(veld)therapie ook bij kanker gebruikt kan worden (ref.), maar in de reguliere hoek wordt die lijn niet gevolgd. Als men magnetisme daar bij kankeronderzoek betrekt, wordt er voor andere invalshoeken gekozen. In Japan probeerde men bijvoorbeeld om (in vitro) ijzeren nanodeeltjes te binden aan antilichamen, die zich vervolgens bonden aan receptoren op tumorcellen. Vervolgens werd er een magneet op losgelaten (ref.). Dit betekende weliswaar het einde van de tumorcellen, maar leverde zoals zo vaak bij gesleutel op celniveau ook weer onverwachte bijwerkingen op. Zo bleken zebravisjes waar deze benadering vervolgens in vivo op uitgetest werd, afwijkende staarten te ontwikkelen. Normale magneettherapie heeft die bijwerkingen niet, omdat dat het lichaamseigen systeem juist ondersteunt. Je kunt ook geen 'overdosis' aan magneettherapie nemen; als je te sterke magneten gebruikt zal dat hoogstens tijdelijk wat ongemak geven. Ook zijn er geen negatieve interacties met andere medicijnen bekend. Voor mensen met pacemakers en/of metalen implantaten wordt magneettherapie logischerwijs wel afgeraden. Omdat magneettherapie de uitscheiding van afvalstoffen uit de cellen weer op gang brengt en dus een ontgiftend effect heeft, kunnen er in het begin wel wat lichte ontgiftingsverschijnselen zoals koorts, jeuk, hoofdpijn of slaperigheid optreden. Maar die gaan meestal snel weer over. Naast de eerdergenoemde aandoeningen ten gevolge van gif en verzuring in het lichaam heeft magneet(veld)therapie ook goede resultaten laten zien bij o.a. luchtwegallergieën, gastro-intestinale en spijsverteringsklachten, glaucoom, onvruchtbaarheid, artritis en epilepsie. "Mijn vrouw had borstkanker. Eén borst verwijderd en in haar andere borst zaten allemaal cysten. Elke maand weer. We zagen op een gegeven moment een verslag van Don Martina, die vertelde dat je een magneet in de bh most doen. Dat heeft ze toen gedaan en zie het wonder wat gebeurde...de cysten waren na enkele weken helemaal verdwenen. Tot op heden niet meer terug gekomen na 20 jaar. Zij heeft toen magneten van nikkel gebruikt. Iedereen die borstkanker heeft of cysten zou dit kunnen proberen. Het kan geen kwaad. Je weet maar nooit." - Johannes van Dijk, commenter onder een internetartikel over borstkanker (ref.)
Organisch germanium Germanium is een soort metaalachtige koolstof (ref.). Omdat het vrij zeldzaam is, werd het pas aan het eind van de 19e eeuw ontdekt. De ontdekker, de Duitse chemicus Clemens Winkler, trof de stof aan in een mijn in zijn land. Vandaar de naam "Germanium". De stof bleek echter niet exclusief aan Duitsland voorbehouden, want tegenwoordig wordt het element bijna over heel de wereld in de aardkorst gevonden, van Rusland tot Zuid-Afrika (ref.). Daarnaast zit het in oceaanwater en kan het ook uit planten gewonnen worden (ref.). Germanium wordt door de industrie onder meer gebruikt als halfgeleider en voor infraroodtechnologie, LED's en zonnecellen. Medisch-wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat germanium ook allerlei gezonde eigenschappen bezit. Het versterkt vooral het afweersysteem doordat het de aanmaak van rode en witte bloedcellen stimuleert, als antioxidant fungeert, het lichaam ontgift, de zuurstofvoorziening van cellen bevordert en een antibacteriële werking heeft (ref.). Ook werkt het pijnverzachtend. Dat heeft waarschijnlijk te maken met het feit dat germanium geleidend werkt en dus de signaaluitwisseling bevordert in het elektromagnetisch organisme dat ons lichaam is.
De Japanse arts Kazuhiko Asai spendeerde na de Tweede Wereldoorlog vele jaren van zijn leven aan het onderzoeken van germanium (ref.). Hij kwam tot de conclusie dat het kan helpen bij vrijwel elke ziekte, waaronder kanker:
Dr. Asai genas later zijn eigen kanker ook op deze manier. Tot nu toe is organisch germanium een veilig supplement gebleken zonder bijwerkingen. Je kunt het gewoon online bestellen .
C60 koolstof Het element koolstof (C) (ref.) wordt ook wel de ruggengraat van het leven genoemd. Het zit in ieder levend organisme en is in staat om verbindingen te vormen met tal van andere elementen, zodat er nieuwe stoffen gevormd kunnen worden. Waaronder veel eetbare, zoals koolhydraten. Ook bindt koolstof zich graag aan gifstoffen, waardoor het een ontgiftende werking heeft. Verscheidene bekende stoffen bestaan alleen maar uit koolstofatomen, maar dan op verschillende manieren gerangschikt. Zulke stoffen worden allotropen genoemd. Voor koolstof zijn dat o.a. grafiet, dat in potloden zit, en diamant. Sinds 1985 zijn er nog een paar andere koolstofallotropen ontdekt die flinterdunne, holle structuren vormen. Die komen van nature voor in o.a. sterren, meteorieten, houtskool, kaarslontjes en de natuursteen shungiet. Maar ze kunnen ook kunstmatig geproduceerd worden door koolstof met krachtige lasers of stroom te bewerken. Deze holle koolstofmoleculen worden fullerenen genoemd (ref.). Eén daarvan is C60.
Het C60-molecuul heeft een unieke vorm en lijkt sprekend op een klassieke voetbal met 12 vijfhoekjes en 20 zeshoekjes. Het heet ook wel buckminsterfullereen, vernoemd naar de Amerikaanse uitvinder en architect Richard Buckminster Fuller die graag symmetrische, bolvormige objecten creëerde (ref.). Al snel bleek dat dit molecuul unieke kenmerken bezit. Het neemt makkelijk ionische ladingen aan en geeft deze ook snel weer af, het heeft quantummechanische eigenschappen, en het is erg stabiel (ref.). Dit leidde ertoe dat C60 als een 'wondermolecuul' betiteld werd en dat het team van onderzoekers dat deze koolstofallotroop in 1985 ontdekt had, er in 1996 de Nobelprijs voor Scheikunde voor kreeg (ref.). Aangezien C60 niet giftig is voor het menselijk lichaam, ging men er ook in de medische wetenschap steeds meer mee experimenteren. Zo werd ontdekt dat C60, dat zo klein is dat het ook wel een nanodeeltje of nanokristal genoemd wordt, ook anti-kankereigenschappen bezit. Het bleek de groei van tumoren en uitzaaiingen tegen te gaan (ref.). Daarnaast activeert het het autofagieproces in kankercellen, want inhoudt dat de cel zichzelf afbreekt en de bruikbare onderdelen gerecycled worden (ref.). Bovendien lijkt C60 ervoor te zorgen dat er extra veel nieuwe stamcellen aangemaakt worden in het lichaam. Ook zijn er aanwijzingen dat C60 het verkorten van de telomeren, oftewel de harde uiteindjes van onze chromosomen die normaal gesproken korter worden na iedere celdeling, tegengaat of zelfs omkeert (ref.). Waarom dit zo is, is nog niet helemaal duidelijk. In 2012 werd er een onderzoek gepubliceerd dat nogal wat stof deed opwaaien. Een internationaal team van wetenschappers had C60 op ratten getest en ontdekte dat deze ratten veel langer leefden dan gewone ratten. Soms wel bijna twee keer zo lang. Bovendien bleven ze vrij van kanker (ref.). Dit maakte de verwachtingen rond dit nieuwe element nog meer hooggespannen dan ze al waren. Tegelijkertijd begonnen er ook studies te verschijnen die eerdere (positieve) resultaten over C60 in twijfel trokken of zelfs tegenspraken. Het is bij onderzoeken vaak moeilijk te achterhalen of er een bepaalde agenda achter zit en wie die dan (uiteindelijk) bekostigt, omdat dit meestal via verschillende wegen en organen loopt. Maar dit klinkt typisch als de 'verdeel en heers'-tactiek die de industrie door de jaren heen ook al bij zoveel andere niet-patenteerbare geneesmiddelen toegepast heeft die hun eigen verdienmodel bedreigden. Wie de rest van deze pagina en ons hoofdstuk over WC-Eend-wetenschappers gelezen heeft, zal dit patroon zo onderhand waarschijnlijk wel herkennen. Helaas is deze tactiek vaak ook behoorlijk succesvol, omdat patiënten en andere mensen die erbij betrokken zijn dan dikwijls toch gaan twijfelen. Zo schreef Dr. Vince Giuliano, voormalig professor aan de State University in New York die de wetenschappelijke ontwikkelingen rond C60 volgt en er regelmatig over publiceert: "We lijken tegenstrijdige bevindingen te hebben tussen de verschillende rapporten: fullerenen veroorzaken oxidatie en fullerenen beschermen tegen oxidatie, fullerenen verminderen DNA-schade en fullerenen veroorzaken DNA-schade, in water oplosbare fullerenen hebben lage toxiciteit en in water oplosbare fullerenen hebben potentieel hoge toxiciteit". (ref.) In een ander stuk verzucht hij: "Als je probeert om alle stukjes van de puzzel van gezondheid, levensduur en veroudering samen te voegen, vraag je je soms af of alle stukjes wel uit dezelfde puzzel komen." (ref.) Gelukkig zijn er genoeg wetenschappers die zich niet laten tegenhouden door deze ogenschijnlijk moedwillig gekweekte chaos. Het onderzoek naar de toepasbaarheid van C60 gaat dan ook gewoon verder op tal van terreinen. In de medische hoek hebben onderzoekers inmiddels geconcludeerd dat de bijzondere werking van C60 vooral in de mitochondriën van lichaamscellen gezocht moet worden. Mitochondriën zijn opmerkelijke organellen (ref.). Ze zijn betrokken bij meer dan een dozijn celprocessen, met als bekendste de productie van ATP, de brandstof voor onze cellen. Ze hebben hun eigen DNA, dat heel anders is dan dat van onze eigen cellen. Dit zogenaamde mtDNA, dat alleen via de moeder doorgegeven wordt, lijkt veel op dat van bacteriën. Er wordt dan ook vermoed dat ze het resultaat zijn van een bijzondere symbiose die misschien ergens in de oertijd plaatsgevonden heeft tussen bacteriën en de eerste zich ontwikkelende eukaryotische cellen (ref.) zoals wij mensen en andere zoogdieren die hebben. Bij het omzetten van glucose of vet naar ATP komen ook radicalen vrij. Deze oxidatieve stress brengt schade toe aan de rest van de cel. Schade die toeneemt naarmate we ouder worden, en niet alleen zorgt voor de veroudering van ons lichaam, maar ook voor degeneratieve aandoeningen zoals MS, Parkinson, ALS, Alzheimer en kanker.
De uitwisseling van elektronen in het lichaam is een proces dat constant doorgaat Het zijn juist deze vrije radicalen waarop C60 een wonderlijk effect lijkt te hebben. Niet omdat ze elektronen afgeven aan de vrije radicalen zoals normale antioxidanten doen, maar omdat ze het membraan van de mitochondriën binnendringen en zich laden met het overschot aan protonen dat daar aanwezig is vanwege het stofwisselingsproces. Hierdoor vermindert het elektrisch potentiaal van het membraan en worden er minder elektronen 'gelekt' die zich aan losse zuurstofatomen (O) willen hechten en zo radicalen gaan vormen. In plaats van vrije radicalen onschadelijk te maken, voorkomt C60 dus dat die überhaupt ontstaan (ref.). Wat hierbij extra opvallend is, is dat dat niet slechts tijdelijk lijkt te gebeuren, zoals normaal gesproken met antioxidanten het geval is die we bijvoorbeeld via een gezond dieet tot ons nemen, maar permanent. Het maakte bij de ratten in het eerdergenoemde experiment niet uit of de C60 regelmatig toegediend werd of maar eventjes; het levensverlengende en kankervoorkomende effect bleef hetzelfde. Alsof de C60-moleculen zich blijvend in de cellen nestelden en constant gerecycled werden om zo de radicalenproductie aan banden te leggen. Het bleek dat C60 ook niet van samenstelling verandert voor zijn antioxidatieve werking, zoals normale antioxidanten dat wel doen. Want die geven een atoom of elektron af aan een radicaal, en verliezen hierdoor meestal ook hun antioxiderende werking. Maar C60-moleculen blijven gewoon intact. Wat in een ander experiment opviel, was dat ratten die C60 toegediend gekregen hadden, ook ongevoelig leken te worden voor straling (ref.). Normale ratten die blootgesteld werden aan een hoge dosis radioactieve straling, gingen snel dood. Maar de C60-ratten bleven gewoon leven en werden zelfs niet eens ziek. Het is nog niet helemaal duidelijk of dit bij mensen hetzelfde werkt, maar zoals bij zoveel dierproeven lijken de eerste ervaringen erop te wijzen dat dit niet helemaal zo is. Dat C60 de vorming van radicalen en stralingsgevoeligheid vermindert lijkt inmiddels wel vast te staan, maar i.t.t. tot ratten biedt het geen levenslange bescherming. Een paar weken na de laatste inname van C60 lijken bij mensen de effecten weer te verdwijnen.
Natuurlijke C60 wordt onder meer aangetroffen in meteorieten Deze positieve geluiden uit de wetenschapswereld hebben verschillende producenten er inmiddels toe aangezet om C60 ook aan consumenten te gaan aanbieden, meestal vermengd met gezonde oliën. Daar zijn al interessante gebruikerservaringen uit naar voren gekomen. Zo zijn atleten het gaan gebruiken omdat het de verzuring tegengaat, het geeft meer energie en weerstand (ref.), het werkt pijnverzachtend en ook helpt het tegen ontstekingen (wat logisch is, omdat ontstekingen vaak het gevolg zijn van verhoogde immuunactiviteit door oxidatiestress). Mensen die C60 gingen gebruiken, ervoeren naar eigen zeggen ook een gevoel van vreugde, levenslust en een diepere spirituele verbinding. Daarnaast heeft het positieve effecten laten zien bij verschillende oogaandoeningen, zoals maculadegeneratie en staar (cataract). De werking van C60 leek nog toe te nemen als het ingenomen werd met voedsel dat veel waterstof creëert in de darmen, zoals appels. Waterstof is ook een antioxidant en verbindt zich graag aan C60. C60 blijft voor zover nu bekend vrij lang in een mensenlichaam aanwezig. Veel mensen hebben laten weten dat ze zich na een paar dagen beter gingen voelen, nadat er in het begin soms juist wat meer pijn optrad. Afgezien van wat ontgiftingsverschijnselen heeft C60 verder geen vervelende bijwerkingen laten zien. De meeste mensen nemen C60 via druppeltjes in, maar je kunt het ook mengen met bijvoorbeeld wat kokosolie en dat op je huid smeren. Het wordt snel opgenomen. C60 werkt als een paarse kleurstof, dus oliën waar C60 aan toegevoegd is, zijn vaak paars van kleur. Je kunt C60 gewoon online bestellen .
Hoxsey therapie
Het verhaal van Harry Hoxsey lijkt wel wat op dat van Rene Caisse, in de zin dat ze beiden in de vorige eeuw succesvol kankerpatiënten genazen met hun op indiaanse tradities gebaseerde kruidenmengsels. Het verschil was echter dat Rene Caisse een arme verpleegster was die zich nauwelijks kon verweren tegen de agressie die ze ondervond van het Amerikaanse medisch establishment, terwijl Harry Hoxsey een flamboyante ondernemer was die niet van plan was om zich zomaar de les te laten lezen (ref.). De strijd tussen de door de farma gecontroleerde medische autoriteit de AMA (American Medical Association) (ref.) en Hoxsey mag dan ook gerust als één van de meest verbetene en geruchtmakende uit de Amerikaanse geschiedenis genoemd worden. De jonge Harry Hoxsey had net met succes zijn eerste stappen gemaakt in de verzekeringswereld toen zijn vader hem op diens sterfbed vertelde over een formule voor de genezing van kanker die zijn opa John Hoxsey ooit ontdekt had. Deze opa was dierenarts geweest en had gezien dat zijn paard, dat kanker had, ongebruikelijke kruiden begon te eten in het veld waar hij stond. Binnen een jaar was de tumor bij het dier verdwenen. Hij besloot het verder uit te zoeken en ontdekte dat veel indianenstammen in Noord-Amerika dezelfde kruiden gebruikten voor de behandeling van kanker en andere aandoeningen. John Hoxsey besloot dit ook toe te gaan passen bij dieren met kanker die hij in zijn praktijk zag en had hier veel succes mee. Zijn familie ging de formule ook zelf gebruiken om tumoren mee te behandelen. Harry kreeg de formule van zijn vader in handen met de wens om er ook andere mensen mee te gaan helpen. Hij respecteerde deze wens en opende na wat verkennend werk de eerste kliniek in zijn geboortestreek Illinois in 1924. Daar bleek al snel dat de behandeling inderdaad zo effectief was als hij van zijn vader gehoord had. Zijn "Hoxsey Clinic" begon al snel naam te maken en kwam hiermee ook op de radar van de medische autoriteiten in de VS. Het voert te ver om de strijd die zich vervolgens ontwikkelde hier gedetailleerd te bespreken, maar het komt erop neer dat Harry Hoxsey en de medische instanties in de decennia daarna vrijwel voortdurend ruziënd met elkaar over de vloer rolden.
De instanties beschuldigden Hoxsey van kwakzalverij, terwijl hij hen op zijn beurt verweet niet serieus naar zijn behandelmethodes te willen kijken. De instanties gebruikten de media om Hoxsey zwart te maken, maar tot hun chagrijn bleek Hoxsey zelf ook behoorlijk mediageniek en liet hij geen kans onbenut om publiekelijk terug te slaan. Ondertussen ging het succes van de "Hoxsey therapie" als een lopend vuurtje rond in heel het land en kon Harry de ene na de andere kliniek openen. In de jaren '50 waren het er al 17 en werden er o.a. rechters, senatoren en dokters behandeld. Hoewel Harry's klinieken armlastige mensen gratis behandelde, overeenkomstig de wens van zijn vader, liet hij de gegoede patiënten flink voor de behandeling betalen. Tijdens zijn hoogtijdagen ging er meer dan een miljoen dollar in zijn bedrijf om, een bedrag dat vandaag de dag ongeveer het tienvoudige zou zijn. Na een paar jaar juridische en publieke strijd kwam de AMA met een voorstel: ze wilden de formule van Hoxsey kopen, zodat de rechten ervan bij een aantal artsen binnen de AMA kwamen te liggen. Ze wilden echter geen toezegging doen dat de formule dan ook voor patiënten beschikbaar zou blijven. Ook mocht Hoxsey zelf zich er verder niet meer mee bemoeien. Hoxsey vertrouwde het zaakje niet, en weigerde. Hij was inmiddels ook succesvol naar olie gaan boren in Texas, waardoor hij makkelijk zijn juridische kosten kon betalen en zich volledig onafhankelijk kon blijven opstellen. Hij bood de medische instanties zelfs aan om een door hen gemonitord klinisch onderzoek op te zetten en dat uit zijn eigen zak te betalen, zodat voor eens en altijd wetenschappelijk bewezen kon worden dat zijn methodes echt werkten. Dit werd echter geweigerd, en hierna werd hij nog harder tegengewerkt. In de media werd hij voor "Gevaarlijkste Kwakzalver Ooit" uitgemaakt. Hij werd letterlijk honderden keren gearresteerd, meestal om futiele redenen zoals reglementaire onvolkomenheden in de gebruiksaanwijzingen en etiketten van zijn middelen. Hoxsey sloeg keihard terug in de rechtszaal en kreeg het voor elkaar dat de topman van de AMA, Morris Fishbein genaamd, moest aftreden. In de rechtszaal moest deze Fishbein, die tevens hoofdredacteur was van het invloedrijke vakblad AMA Medical Journal, zelfs erkennen dat Hoxsey's behandelmethoden wel degelijk kanker genazen (ref.). Vervolgens bundelden alle (medische) autoriteiten hun krachten en maakten ze Hoxsey's praktijken uiteindelijk definitief met de grond gelijk. Hierbij werden zijn patiënten ook persoonlijk bedreigd en gewaarschuwd om nog langer met hem in zee te gaan. Hun Hoxsey-medicijnen werden in beslag genomen door de FDA (zeg maar de Amerikaanse Inspectie voor de Gezondheidszorg). Niet lang daarna, in 1960 viel de FDA op dezelfde dag alle 17 klinieken binnen, om ze voorgoed te sluiten.
Bewaard gebleven aankondiging van de FDA die eind jaren '50 bij veel overheids- en medische instanties aan de muur gehangen werd. Hierin wordt het publiek gewaarschuwd om toch vooral geen gebruik te maken van de Hoxsey therapie voor de behandeling van kanker. Te lezen valt dat "twee rechters de therapie waardeloos verklaard hebben" en dat de FDA de therapie "grondig onderzocht heeft maar geen enkel geval van genezing heeft kunnen vinden". Bovendien wordt gesteld dat "kanker alleen maar genezen kan worden door middel van operatie of bestraling". Iedereen die overweegt de behandeling te ondergaan "zou eerst de feiten moeten bestuderen", aldus het pamflet. (Klik op het plaatje voor een vergroting) Hoxsey zag in dat hij deze strijd onmogelijk nog kon winnen, en gaf het op in de VS. Hij bouwde een nieuwe kliniek in Tijuana, Mexico, waar hij nog duizenden patiënten behandelde. Uiteindelijk ging hij weer terug naar Texas, waar hij in 1974 overleed. Vandaag de dag is Hoxsey's kruidenformule nog steeds niet officieel erkend als anti-kankermiddel. Er is ook nog nauwelijks wetenschappelijk onderzoek naar gedaan, zoals bij zoveel natuurlijke behandelingen het geval is. Bij de weinige studie die er door de medische instanties gedaan is werden de dossiers van de patiënten genegeerd en werd er alleen wat inventariserend onderzoek gedaan. Hierbij werden de resultaten zoveel mogelijk de voor de instanties gunstige kant op geboetseerd (iets wat bij hedendaagse kankerstatistieken overigens ook eerder regel dan uitzondering is). De formule Toch heeft Harry Hoxsey het voor elkaar gekregen dat zijn formule nu nog steeds één van de meest gebruikte Complementaire en Alternatieve Geneeswijzen (CAG) is bij kanker in de VS, en dat zijn Hoxsey Clinic in Mexico ook nog steeds bloeiende is.
De Hoxsey therapie bestaat o.a. uit kruidenzalven voor uitwendige tumoren, en kruidenthee of drankjes voor inwendige kankers. Daarnaast krijgt de patiënt vitamines (vooral vitamine C) en mineralen (vooral calcium) toegediend en worden er laxeermiddelen, douches en antiseptische wasbeurten toegepast (ref.). I.t.t. het huidige systeem krijgt de patiënt persoonlijke begeleiding door het hele proces heen. De patiënten in de kliniek eten samen. Er wordt een prettige sfeer en open communicatie met de artsen gecreëerd om ook de lichaamseigen herstelmechanismen zo goed mogelijk hun werk te kunnen laten doen. De zalven bevatten o.a. Canadese bloedwortel, antimoonsulfide, zinkchloride, arseen, talk en zwavel. In de drankjes zit onder meer cascara (Rhamnus purshiana), kaliumjodide, rode klaverbloesem (Trifolium pratense), wegedoornschors (Rhamnus frangula), kliswortel (Arctium lappa), berberis- of berberiswortel (Berberis vulgaris), zoethout (Glycyrrhiza glabra), zakvruchten en wortel (Phytolacca americana), veldwortel of stille wortel (Stillingia sylvatica) en stekelige asschors (Zanthoxylum americanum). Naar onze mening maakt het echter net als bij de kruidenthee van Rene Caisse niet zoveel uit wat de precieze samenstelling is, omdat er talloze varianten mogelijk zijn. Zolang je er maar ingrediënten met een bewezen anti-kankerwerking aan toevoegt, zoals er o.a. op deze site ook een aantal beschreven staan. Dan zal het altijd zijn werk doen bij kankers waarvan de oorzaak ligt in bijvoorbeeld een tekort aan voedingsstoffen of een verzwakt afweersysteem. Bij kankers met een andere oorzaak, zoals een trauma zijn dit soort therapieën vaak minder effectief. Daarom kon ook Harry Hoxsey niet alle patiënten die hij in zijn klinieken ontving, genezen van hun aandoening. Het is dus zaak om altijd eerst op zoek te gaan naar de vermoedelijke oorzaak van je ziekte alvorens er een passende behandeling bij te kiezen. Maar een kuur met de "Hoxsey Formule" kan sowieso geen kwaad voor iedereen die fysiek wil aansterken.
GcMAF Gc protein-derived macrophage activating factor, of kortweg GcMAF, is een eiwit dat ieder gezond mens in zich heeft. Het werd ontdekt in 1990. Zoals bekend zet onze huid cholesterol om in vitamine D onder invloed van zonlicht. Onze lever maakt vervolgens zogenaamde GC-eiwitten aan die zich aan de vitamine D-moleculen kunnen binden en ze via de bloedbaan vervoeren, want vitamine D zelf is niet oplosbaar in vocht. Bepaalde afweercellen in het bloed, te weten B-cellen en T-cellen, weten ook wel raad met zo'n GC-eiwit als ze er eentje tegenkomen. Het eiwit bestaat namelijk uit één aminozuur en drie types suikermoleculen. B-cellen en T-cellen nemen allebei graag één van die drie suikermoleculen af voor hun energievoorziening. Het 'kaalgeplukte' GC-eiwit dat dan overblijft met één aminozuur en één suikermolecuul is GcMAF. GcMAF gaat zelf ook deel uitmaken van het afweersysteem en is betrokken bij de uitschakeling van minimaal 20 verschillende ziekteverwekkers, voor zover nu bekend. GcMAF activeert zogenaamde macrofagen, een soort grote puinruimcellen die alles opslurpen wat het lichaam niet kan gebruiken, zoals kankercellen (ref.), dode cellen en schadelijke microben (ref.). Onder de microscoop kun je zelfs een soort van handjes aan de macrofagen zien zitten die als een Holle Bolle Gijs van alles naar binnen werken! (ref.)
Daar maken deze macrofagen vervolgens weer nuttige zaken van, zoals intercellulair materiaal. Sommige ziektes, zoals kanker en auto-immuunziekten, produceren een enzym dat nagalase heet. Dit enzym heeft de vervelende eigenschap dat het alle drie de suikermoleculen steelt van GC-eiwitten. Het afweersysteem probeert zich hiertegen te verzetten, maar als het toch al niet optimaal meer functioneert, bijvoorbeeld vanwege stress of een te hoge suikerspiegel (ref.), kan het die strijd verliezen. Dan blijven er dus hoe langer hoe minder suikermoleculen over voor de afweercellen en staakt ook de productie van GcMAF. Hierdoor worden de macrofagen niet meer geactiveerd en verzwakt het afweersysteem nog verder. Met alle gevolgen van dien, want ook al heeft het afweersysteem maar heel weinig GcMAF nodig (de gemiddelde persoon heeft er maar ongeveer één miljardste gram van); zonder GcMAF verliest het toch een belangrijk deel van zijn slagkracht. Alleen al tegen kanker zijn er zes verschillende werkingen van GcMAF bekend. Sinds enige tijd zijn biotechbedrijven erin geslaagd om pure GcMAF te winnen uit bloed en uit melk. Experimenten hebben aangetoond dat wanneer een patiënt opnieuw GcMAF toegediend krijgt, zijn afweersysteem direct weer beter begint te functioneren (ref.). Vooral op het gebied van kanker heeft dit al verbluffende resultaten laten zien. Volgens David Noakes, directeur van het biotechbedrijf Immuno Biotech Ltd. dat GcMAF als eerste isoleerde, genazen 80% van de stadium 2 kankerpatiënten van hun ziekte nadat ze GcMAF toegediend hadden gekregen in hun klinieken (ref.). De resultaten waren het beste als ze twee keer een miljardste gram GcMAF kregen in combinatie met vitamine D3. Dat er vitamine D-supplementen bij gebruikt worden, is logisch. Want niet alleen is vitamine D zelf onmisbaar voor een goed werkend afweersysteem; het zet zoals gezegd het lichaam er ook toe aan om weer meer GC-eiwitten te gaan produceren, die op hun beurt weer afweercellen voeden en activeren. Veel kankerpatiënten hebben een tekort aan vitamine D. Daarom is zonlicht ook zo belangrijk voor een mens. Een gemiddelde GcMAF-behandeling duurt ongeveer een half tot anderhalf jaar, waarbij de GcMAF eenmaal per 5 tot 7 dagen intraveneus ingespoten wordt. Vrijwel altijd wordt er ook een gezond dieet bij gevolgd. Onderzoek in Japan, waarbij honderden kankerpatiënten behandeld werden met GcMAF, liet eveneens positieve resultaten zien (ref.). Ook in andere landen wordt er steeds meer onafhankelijk onderzoek gedaan naar GcMAF, ook wel "DBP-MAF" of "Vitamin D Binding Protein Macrophage activating factor" genoemd. De positieve resultaten gelden voor alle tot nu toe onderzochte vormen van kanker, inclusief doorgaans moeilijk behandelbare vormen zoals alvleesklierkanker. Door de hernieuwde aanvallen van het afweersysteem op de tumor ontstaat er vaak een laagje pus omheen dat de tumor isoleert van de rest van het lichaam. Hierdoor worden ze makkelijker operatief te verwijderen; ze kunnen soms zo uit het lichaam "geplukt" worden door de chirurg. De boost die het afweersysteem krijgt van GcMAF helpt vaak ook goed tegen andere kwalen zoals aan vaccinatieschade gerelateerde aandoeningen (waaronder autisme) (ref.), Alzheimer, hartziekten, chronische infecties en ontstekingsziekten zoals fibromyalgie, MS en ME (Myalgische Encefalomyelitis, een hersenziekte) (ref.). Zoals gewoonlijk moet het machtige medisch establishment weer niets hebben van deze nieuwe kankerbehandeling op basis van natuurlijke, onpatenteerbare afweerstoffen. Dus wordt de standaardbehandeling van negeren, ontkennen, tegenwerken, waarschuwende WC-Eend-wetenschappers, verbieden en intimideren die ook andere alternatieve behandelmethoden ten deel viel (zoals hierboven beschreven staan, en bijvoorbeeld ook cannabis), ook bij GcMAF weer van stal gehaald (ref.).
Zo wordt David Noakes momenteel aangeklaagd in Engeland voor het "misbruiken van kankerpatiënten voor eigen gewin" en het "behandelen van ziekten op onwettige wijze" (ref.). In de VS lijkt men helemaal alle perken te buiten te gaan en wordt de reeks van verdachte sterfgevallen onder holistische dokters die nog steeds gaande is, in verband gebracht met het gebruik van GcMAF. Net als met andere alternatieve benaderingen die goed blijken te werken, is de opkomst van GcMAF echter moeilijk tegen te houden. Je kunt het in Nederland in sommige privéklinieken krijgen. Het bedrijf Immuno Biotech Ltd. heeft klinieken in Duitsland en Zwitserland die gespecialiseerd zijn in behandelingen met GcMAF. Ze verkopen het ook online. Hun website was voorheen gcmaf.eu, maar nu gcmaf.se. Er zijn ook andere online aanbieders (ref.), maar natuurlijk doe je er goed aan om daarbij wel eerst wat meer informatie in te winnen, bijvoorbeeld bij andere patiënten op internetforums of in Facebookgroepen, om te checken of hun product ook echt werkt. Het is wel een duur middel, gemiddeld ben je er zo'n 1.000 per maand voor kwijt. In vergelijking met chemotherapie, die vaak meer dan een ton kost, is het natuurlijk goedkoop, maar dat wordt wel door de zorgverzekeraars vergoed en GcMAF niet. Je kunt het ook zelf proberen te maken uit rauwe melk, daar zijn instructievideo's voor te vinden op YouTube. Omdat GcMAF een lichaamseigen stof is, zijn er tot nu toe geen bijwerkingen bekend. De versterkte afweerreactie kan echter wel leiden tot ontgiftingsverschijnselen en grote aantallen dode kankercellen die de reinigingsorganen zoals de nieren, lever en lymfevaten tijdelijk zwaarder belasten. Dit kan gevaarlijk zijn, dus doe dit met beleid, liefst onder begeleiding van een (ervarings-)deskundige.
Zwarte zalf / Bloedwortel Sommige kankerbehandelingen op deze pagina, zoals LDN en GcMAF, werken zacht en subtiel in het lichaam en doen hun werk vrijwel ongezien. Daar valt zwarte zalf niet onder. Integendeel, zwarte zalf is wat dat betreft echt een paardenmiddel. Maar het werkt wel! Over de precieze werking van zwarte zalf, overigens niet te verwarren met teerzalf of trekzalf (ref.), bestaan nog de nodige vraagtekens. Er is nog nauwelijks klinisch onderzoek gedaan naar dit middel, wat vermoedelijk verklaard wordt door het feit dat de farma, die het grootste deel van het medisch-wetenschappelijk onderzoek in de wereld direct of indirect aanstuurt, niets kan verdienen aan zo'n natuurlijk middel. Daarnaast, en waarschijnlijk ook mede daardoor, is zwarte zalf door de overheid verboden in veel landen, waaronder in Nederland. Het weinige onderzoek dat wel gedaan is naar zwarte zalf betreft voornamelijk een aantal casestudies van patiënten die het als zelfmedicatie gebruikten en vervolgens schrokken van de gevolgen. Want zoals gezegd, zwarte zalf is echt een heftig middel dat weliswaar tumoren te lijf gaat, maar daarbij ook flinke wonden kan veroorzaken. Die wonden helen soms ook slecht of lelijk, vandaar dat gebruikers dan soms uiteindelijk toch bij de reguliere zorg terechtkomen. Zwarte zalf is een donkere kruidenzalf waarvan de twee belangrijkste ingrediënten Canadese bloedwortel (Sanguinaria canadensis) en chaparral (Larrea mexicata) zijn. Beide plantensoorten staan bekend om hun anti-kankerwerking. Bloedwortel wordt door indianen daarnaast al eeuwenlang gebruikt tegen allerlei andere kwalen, zoals bronchitis en reuma, en tegen insecten (ref.). Soms worden er aan zwarte zalf ook nog andere kruiden toegevoegd, zoals bladeren van de zuurzakboom.
Bloemetjes van de Canadese bloedwortel De gedroogde kruiden worden in zacht kokend water samengevoegd met zinkchloride (ZnCl2), een beetje DMSO en wat glycerine als bevochtiger. Het geheel wordt door elkaar geroerd. Als het meeste water verdampt is, laat men het mengsel afkoelen en is de zalf klaar. Zwarte zalf wordt zo dicht mogelijk bij de tumor op de huid aangebracht (ref.). Daar moet het een paar dagen blijven zitten, dus de meeste mensen doen er een grote pleister of een kompres overheen. In eerste instantie gebeurt er nog niets, de huid kan hoogstens wat rood kleuren of gaan jeuken. Maar daarna werken de actieve bestanddelen van de zalf zich door de huid naar binnen en komen ze bij de tumor terecht. Daar lijken ze het eigen afweersysteem een flinke boost te geven die lijkt op een ontstekingsreactie. De tumor die eerder het afweersysteem nog succesvol van zich af hield via de aanmaak van eiwitten en soms hormonen, wordt nu overlopen door immuuncellen en krachtig aangevallen. Dit resulteert niet alleen in het wegvreten van de tumor door witte bloedcellen zoals T-cellen en macrofagen, ook wordt de hele tumor ingekapseld en naar buiten gewerkt. Hierdoor opent de huid zich en kan er een behoorlijke wond ontstaan (waardoor sommige mensen dus in paniek raken). Nadat de tumor uitgestoten is, valt hij van het lichaam af en sluit de huid zich weer (ref.). "Het is nu iets meer dan twee weken geleden sinds ik mijn grote borsttumor met behulp van zwarte zalf heb verwijderd. De tumor kwam eruit in twee fasen, het kleinere deel na 20 dagen en het veel grotere deel op dag 28. De dag nadat het grote deel eruit kwam, ben ik met mijn borsttumoren in de hand naar het ziekenhuis gegaan. Ik had ze in een fles Regan's Best Polish Vodka gedaan om ze goed te bewaren. De chirurg, een beminnelijke Ierse kerel, leek behoorlijk verbluft en zei niet veel. Ik werd vergezeld door mijn moeder, Eileen, die zo opgewonden was dat ze zich niet langer kon inhouden: "Is het niet geweldig, dokter!" riep ze, "Heeft ze het niet goed gedaan?" - waarop hij beleefd weigerde commentaar te geven. Ik wilde graag dat het monster werd verzonden voor histologie, zodat het kon worden gedocumenteerd in mijn ziekenhuisdossier. Hij stemde hiermee in en stuurde een vervolgbrief naar mijn huisarts met opmerkingen als volgt ... "Deze dame was vandaag te zien in de borstkliniek. Ze heeft een voorgeschiedenis van borstkanker aan de linkerkant, ze weigerde operatieve therapie en koos voor alternatieve remedies. Ze kwam vandaag naar de kliniek met wat op het oog 2 stukjes borstweefsel leken. Ze had kruidenremedies toegepast in het gebied en dit lijkt de tumor uit de borst te hebben geënucleëerd. Ze wil graag dat deze naar het laboratorium worden gestuurd ... Ik heb haar uitgelegd dat men ons waarschijnlijk alleen beperkte informatie kan geven omdat ze het in wodka heeft bewaard, maar we hebben afgesproken het te verzenden en de uitkomst af te wachten." Ik vind dat woord 'geënucleëerd' mooi - ik heb het zelfs opgezocht voor de officiële medische definitie. 'Enucleatie': 'Verwijdering van tumor uit omliggend weefsel zonder te scheuren'." - Ann Devlin, Engels borstkankeroverleefster met behulp van zwarte zalf (ref.) Dit hele "enucleatie"-proces dus, kan enkele dagen tot weken duren. Het ligt eraan hoe groot de tumor is en hoe diep hij zit. Meestal wordt zwarte zalf gebruikt bij tumoren die dicht aan de oppervlakte zitten, zoals huidkanker. Op Google zijn hier een aantal afbeeldingen van te vinden (let op: die kunnen er soms wel behoorlijk onprettig uitzien). De actieve stofjes geven echter niet snel op, want er zijn gevallen bekend waarbij zelfs tumoren die meer dan vijf centimeter diep zaten, nog naar buiten gewerkt werden (ref.). Het moge duidelijk zijn dat dit hele proces bijzonder pijnlijk en soms ook bloederig kan zijn.
Een genezingsproces dat door veel zwarte zalfgebruikers gedeeld wordt: nadat de zalf een paar dagen op de tumor is gehouden (in dit geval een zogenaamd basaalcelcarcinoom op de neus (ref.)) begint het lichaam de tumor naar buiten te werken. Daarna herstelt de huid zich weer In de weinige medische literatuur die er over zwarte zalf bestaat wordt het middel vaak geclassificeerd als een bijtmiddel, maar dat klopt niet. De huid wordt in eerste instantie onaangeroerd gelaten. Het is pas als de zalf ongezond of dood weefsel aantreft in het lichaam dat het afweersysteem geactiveerd wordt en er later een wond kan ontstaan. Als de vermoede tumor geen tumor blijkt te zijn maar bijvoorbeeld een goedaardig gezwel, blijft een reactie uit. Zwarte zalf valt geen gezonde cellen aan. Er kunnen hoogstens wat moedervlekken, wratten en huidinfecties verdwijnen, want ook daar helpt zwarte zalf tegen. Dit hebben we zelf proefondervindelijk mogen ervaren. Wetenschappelijk onderzoek naar zwarte zalf is dus nog nauwelijks gedaan, maar anekdotisch bewijs is er genoeg. Op webpagina's met klantenervaringen (ref.) en op YouTube bijvoorbeeld zijn heel wat patiënten te vinden die hun - meestal succesvolle - ervaringen met zwarte zalf delen. Zwarte zalf kan dus zeker een krachtig middel zijn tegen tumoren. Maar net als bij alle andere behandelingen geldt ook hier weer: als die tumor daar zit met een reden, bijvoorbeeld een trauma dat je nog niet verwerkt hebt, dan zal de tumor zich niet zomaar gewonnen geven. Dan kan er een gevecht ontstaan dat leidt tot een open wond, waardoor je de tumor soms zelfs in je weefsel kunt zien zitten. Maar hij komt niet (geheel) naar buiten, omdat hij nog een functie te vervullen heeft. Ga dus altijd eerst op zoek naar de oorzaak van je kanker en probeer die weg te nemen, voordat je je behandeling kiest. "Ik ben ook nog een periode aan de gang gegaan met zwarte zalf. Ik zou niemand aanraden om voor een dieper liggende tumor - bij mij lag ie een halve centimeter onder de huid - om dan met zwarte zalf aan de gang te gaan. Het heeft bij mij geleid tot het wegvreten van de tumor, maar dat was op het einde zo pijnlijk dat ik hele hoge pijnstillers nodig had. En dat is ook weer niet goed voor je. Het is mij niet gelukt om dat proces af te maken. Als er dan nog iets zit, komt het onherroepelijk weer terug. Het móét er zitten, want het heeft een reden." - Linda Woudstra, borstkankeroverleefster zonder chemo of bestraling (ref.)
Als je van mening bent dat zwarte zalf voor jou wel een oplossing kan zijn, kun je die het best online bestellen. Zwarte zalf is ook bekend onder de merknaam "Cansema". Net als met andere verkopers van alternatieve middelen kan er ook hier behoorlijk wat kaf onder het koren zitten, maar over Herbhealers.com en Cernamast.com hebben we goede dingen gehoord voor wat betreft hun zwarte zalf. Sommige verkopers bieden ook oraal inneembare varianten van zwarte zalf aan, meestal in capsules. Dat wordt gebruikt voor tumoren die moeilijker van buitenaf bereikbaar zijn, zoals hersentumoren.
Rigvir / virotherapie
Rigvir is een afkorting van "Riga virus" en staat voor een unieke behandeling van kanker. Er wordt namelijk gebruik gemaakt van natuurlijke, niet-genetisch gemanipuleerde virussen uit de darmen van gezonde kinderen. Die darmvirussen blijken een krachtige anti-kankerwerking te hebben. Dat werd ontdekt door de Letse dokter en onderzoekster Aina Muceniece in 1960. Tijdens kankeronderzoek kwam ze oude informatie tegen over een kankerpatiënt die later was gebeten door een hond en een vaccin tegen hondsdolheid toegediend kreeg (ref.). In dat vaccin zat het hondsdolheidsvirus in verzwakte vorm, zodat het afweersysteem er antistoffen tegen kon ontwikkelen. Verrassenderwijs was deze patiënt niet alleen vrijgebleven van hondsdolheid, maar was ook zijn tumor verdwenen. Dit bracht Dr. Muceniece op het idee om de honderden darmvirussen die ze nog in haar koelkast had staan voor ander onderzoek, te testen op werkzaamheid tegen kankercellen. Ze besloot de darmvirussen één voor één uit te proberen op hamsters waarbij zich tumoren gevormd hadden in hun wangzakken. Ze keek op van het resultaat: "Verrassend genoeg reageerde de tumor op één van de virussen écht - hij verdween. Zonder een spoor, alsof hij nooit had bestaan. Gefascineerd plaatste ik het hamstertje in de zon om met mijn eigen ogen te zien dat de groei inderdaad verdwenen was. Het was een buitengewoon krachtig moment van inspiratie. Sindsdien is het geloof in mij geworteld dat de studie van kanker-virotherapie moet worden voortgezet." (ref.) Zonder zich er misschien van bewust te zijn was het waarschijnlijk een gelukkige omstandigheid voor haar dat Letland in die tijd nog onderdeel uitmaakte van de Sovjet-Unie. Want als Letland toen al bij het Westen gehoord had, had ze vermoedelijk heel wat meer tegenwerking ondervonden van het medische systeem om dit natuurlijke anti-kankermiddel verder te onderzoeken. Nu werd ze van harte aangemoedigd door de Letse autoriteiten en werden er tal van onderzoeken gehouden die haar bevindingen bevestigden en de behandeling meer verfijnden. Er werd ontdekt dat het best werkende virus, een zogeheten niet-pathogeen ECHO-7 virus (ref.), zich bij voorkeur nestelt in kankercellen en die cellen vervolgens van binnenuit afbreekt. Het levende virus wordt per injectie ingebracht en dit hoeft niet lokaal (dus in of rond de tumor) te gebeuren. Het virus vindt vervolgens zijn weg naar kankercellen in het lichaam en laat gezonde cellen met rust (ref.). Het voordeel hierbij is dat het afweersysteem het virus ook signaleert en in actie komt. Bij patiënten die het virus ingespoten kregen is geconstateerd dat er extra immuuncellen in de lymfeklieren aangemaakt werden. Als het virus kankercellen binnendringt, raakt tevens het laagje eiwitten waarmee ze zich beschermen tegen het afweersysteem, verzwakt. Hierdoor kunnen afweercellen zoals T-cellen en macrofagen de kankercellen beter detecteren en vallen ze die ook van buitenaf aan. Het virus is niet in staat om zich te vermenigvuldigen in het lichaam van volwassenen. De therapie moet dus voortgezet worden totdat de kanker volledig in remissie is, wat soms wel een paar jaar kan duren. Nadat de virotherapie ook door andere wetenschappers in Letland veilig en effectief bevonden was (ref.), werd het officieel goedgekeurd als kankerbehandeling door de medische autoriteiten. Patiënten krijgen de behandeling daar ook vergoed. Rigvir werd in eerste instantie vooral ingezet tegen melanomen, maar is inmiddels ook bij andere vormen van kanker effectief gebleken (ref.). Nadat de Baltische landen begin jaren '90 onafhankelijk werden en Letland zich in 2004 aansloot bij de EU, werd het westerse medisch establishment dus geconfronteerd met een kankertherapie die niet alleen op natuurlijke middelen gebaseerd was en was goedgekeurd door de overheid, maar die als behandeling ook al gepatenteerd was. Daar kon de farmaceutische industrie dus helemaal geen geld meer aan verdienen. Het resultaat was dat men geen enkele moeite deed om deze virotherapie zelf ook te onderzoeken en eventueel beschikbaar te stellen voor westerse kankerpatiënten. In plaats daarvan probeerde men de Letse autoriteiten ertoe te bewegen om hun steun voor deze "onbewezen" en "risicovolle" behandeling toch vooral in te trekken. Het Letse ministerie van Volksgezondheid gaf echter geen krimp en bleef vierkant achter de therapie staan. Sterker nog, het is sinds 2015 ook goedgekeurd in Georgië en in 2016 ook in Armenië. Bovendien is Rigvir nu ook al beschikbaar in privéklinieken in meer dan 70 landen. Het kan overigens wel een behoorlijk kostbare behandeling zijn, omdat het virus ingevroren verstuurd moet worden vanuit Letland. Patiënten kunnen het ook zelf bestellen, maar alleen op recept en met een behandelplan van een geaccrediteerde arts. Voor informatie over de meest actuele mogelijkheden kun je het beste even contact opnemen met het informatiecentrum van Virotherapy. Er is ook een brochure beschikbaar [PDF-document].
De anti-kankerwerking van het ECHO-7 virus werd ontdekt in de Letse hoofdstad Riga en is daar ook naar vernoemd: Rigvir Zoals wel vaker gebeurt met effectieve natuurlijke therapieën, probeert de farma nu ook haar eigen variant op Rigvir te vermarkten. Om ze patenteerbaar te maken is er bij deze virotherapieën echter vrijwel altijd sprake van genetisch gemanipuleerde virussen (ref.). Die werken meestal minder goed (hoewel ze wel goedgekeurd worden door de westerse controlerende instanties, i.t.t. Rigvir) en zijn doorgaans alleen beschikbaar in combinatie met schadelijke behandelmethoden zoals chemo en bestraling. De laatste tijd komt er ook steeds meer aandacht voor virotherapie op basis van het mazelenvirus, die tijdens onderzoek al verrassend effectief gebleken is bij toediening van grotere hoeveelheden (ref.).
Fenbendazol (ontwormingsmiddel voor dieren) Misschien niet het meest voor de hand liggende medicijn om aan te denken bij kanker, maar volgens getuigenissen en onderzoek wel degelijk effectief: ontwormingspillen voor huisdieren. Het actieve ingrediënt daarin heet methyl N- (6-fenylsulfanyl-1H benzimidazol-2-yl) carbamaat, of kortweg fenbendazol. Bij laboratoriumwerk werd ontdekt dat kankercellen zeer slecht op dit stofje reageren. Het remde o.a. de groei en blokkeerde de glucoseopname, waardoor de kankercellen verhongerden. Proeven met muizen lieten soortgelijke resultaten zien (ref.). Geneesmiddelen op basis van fenbendazol worden normaal gesproken gebruikt als ontwormingsmiddel voor honden en andere huisdieren. Het ruimt o.a. parasieten zoals rondwormen en lintwormen op. Maar als anti-kankermiddel lijkt het dus ook effectief te zijn, getuige de verhalen van patiënten (ref.) en onderzoek dat o.a. gepubliceerd werd in het vooraanstaande medisch tijdschrift "Nature" (ref.). Fenbendazol wordt beschouwd als een zeer veilig middel dat nauwelijks bijwerkingen heeft en is bovendien in vrijwel elke apotheek goedkoop te krijgen. Sommige kankerpatiënten doen het gewoon 's morgens op hun boterham (ref.).
De Bengston-methode
De Bengston Energy Healing Method is een helingmethode ontwikkeld door William Bengston, hoogleraar sociologie aan het St. Josephs College in New York (VS). Bengston raakte geïnteresseerd in het fenomeen heling nadat hij ooit in no time van zijn chronische rugpijn af geholpen was door een ongediplomeerde healer, nadat hij zelf al het hele reguliere circuit doorlopen had voor zijn pijn maar niets hielp. Hierop begon hij wetenschappelijk onderzoek te doen naar wat er werkt en niet werkt op dit gebied, en zo ontwikkelde hij zijn eigen unieke methode. Deze methode is gebaseerd op een techniek die hij "Image Cycling" noemt, oftewel "beeldfietsen" (ref.). Hierbij dient de behandelaar (die ook zelf de patiënt mag zijn, maar je mag het ook voor andere mensen doen als je eerst hun toestemming vraagt) ongeveer 20 mentale beelden te maken van dingen die hij graag zou willen of situaties waarin hij in de toekomst zou willen zijn. Die beelden in het hoofd mogen niet van algemene aard zijn, dus niet "ik wil gelukkig zijn" of "ik wil gezond zijn." Het moeten specifieke beelden zijn die kunnen worden herkend wanneer ze zijn werkelijk plaatsvinden. Bijvoorbeeld: "hier rijd ik in mijn nieuwe auto", of "hier ben ik kerngezond op een specifieke exotische plek". Kies deze beelden zorgvuldig uit, maak er een lijstje van en print ze dan één voor één in je gedachten. Vervolgens ga je ze herhalen. Eerst langzaam, maar daarna steeds sneller. En uiteindelijk zo snel dat je binnen een paar seconden door de hele serie van 20 beelden kunt vliegen zonder er nog bij na te hoeven denken, terwijl je bijvoorbeeld bezig bent met je dagelijkse activiteiten. Zorg ervoor dat je er plezier aan beleeft om dit te doen en doe het elke dag één of meerdere keren gedurende een aantal weken. Bill Bengston vergelijkt dit met leren fietsen, dat in het begin best moeilijk kan zijn, maar uiteindelijk iets wordt wat je gedachteloos kunt doen. Vandaar ook de naam "beeldfietsen". Deze techniek is niet voor iedereen eenvoudig onder de knie te krijgen. Bengston zegt zelf dat het mensen makkelijker lukt als ze het samen oefenen, bijvoorbeeld tijdens een workshop, dan wanneer ze deze kunst thuis in hun eentje machtig proberen te worden. Soms kan het helpen om gebruik te maken van een hulpmiddel, bijvoorbeeld een trommel, om de beelden snel achter elkaar te laten verschijnen en het tempo op te voeren (ref.). Het blijkt beter te werken als er elke dag een kleine aanpassing in de beelden aangebracht wordt, zodat de lijst 'vers' blijft. Wanneer het lukt om de techniek aan te leren, zijn de resultaten vaak verbluffend. Bengston heeft meerdere wetenschappelijke proeven gehouden o.a. in laboratoria en op medische scholen waarbij één of meerdere behandelaars zich concentreerden op de heling van een bepaalde patiënt, bijvoorbeeld een muis met een tumor. Dit leverde altijd effect op. De tumoren verdwenen soms al binnen enkele dagen. Enkele van deze studies staan vermeld op de website van Bengston (ref.).
Genezing vindt vaak niet lineair plaats. In het onderzoek dat dr. Bengston deed met muizen die een vorm van kanker gegeven waren die normaliter altijd dodelijk is, vond er dikwijls een plotselinge omslag plaats. Tussen de 22e en 26e dag verdween de tumor van deze muis hierboven volledig. Op de middelste foto is de plek op de huid te zien waar de tumor een week ervoor nog zat. De muis leidde daarna een normaal leven en de kanker kwam niet meer terug. Wat Bill Bengston ontdekte was dat deze methode erg goed lijkt te werken voor het wegnemen van bepaalde fysieke problemen zoals kanker of ontstekingen, maar dat het geen dingen kan aanvullen, zoals bijv. een ijzertekort. De helingmethode werkt in principe meteen, maar het kan soms enige tijd duren voordat de eerste effecten ervan ook daadwerkelijk terug te zien zijn bij de patiënt. Maar binnen zo'n 10-20 dagen gebeurt dit vrijwel altijd, of de patiënt er nu zelf in gelooft of niet. Het grappige is dat Bengston nog steeds geen goede wetenschappelijke verklaring heeft kunnen vinden voor zijn methode, net zoals hij niet begreep hoe die healer hem jaren geleden van zijn rugpijn kon genezen. Hij houdt het maar op een "onzichtbare overdracht van informatie". Onze verklaring is dat wanneer je de 20 beelden elkaar zo snel laat opvolgen, je ze niet bewust meer ervaart, maar onbewust. Het onderbewuste staat sterk in verbinding met het DNA. In ons DNA ligt van alles opgeslagen, ook trauma's en genetische programma's zoals kanker en andere aandoeningen. Soms zelfs trauma's van vorige generaties. Bovendien wisselt DNA met de snelheid van het licht fotonen uit met ander DNA. Fotonen kun je zien als pakketjes informatie met een bepaalde frequentie. Wanneer je die 20 beelden van hoe jij (of een ander) over een tijdje wilt zijn, overbrengt naar je onderbewuste en dus je DNA, kan dat ziektes en trauma's overschrijven. Net zoals soms via hypnose gebeurt, dat werkt ook via het onderbewuste. De Bengston-methode kan dus eigenlijk gezien worden als een vorm van zelfhypnose. Bengston zegt dat het ook op afstand werkt, en dat het niet uitmaakt hoe ver de patiënt zich van de behandelaar vandaan bevindt. Dat is logisch als je weet hoe snel fotonen-uitwisseling plaatsvindt. Je hoeft je maar te richten op iemand anders en de fotonen weten bliksemsnel het juiste DNA te vinden. De Bengston-methode blijkt te werken bij alles wat DNA bevat. Behalve bij mensen en dieren lukte het zelfs om groente en fruit te ontdoen van een bepaalde aandoening. De helende kracht bleek ook op te slaan in bijv. water of fruit. Als een patiënt dan later dat water of fruit tot zich nam, bleek de heling alsnog plaats te vinden.
Slaap Hoewel de meeste mensen natuurlijk geen speciale slaaptherapie hoeven te volgen om goed te kunnen slapen, is het belang van voldoende slaap voor je gezondheid zo groot dat we dat toch even apart willen vermelden op deze pagina. Vooral als je van een bepaalde aandoening wilt afkomen, al dan niet chronisch. Tijdens de slaap vinden er belangrijke herstelwerkzaamheden plaats in het lichaam. Versleten en beschadigde cellen worden vervangen door nieuwe, en plekken die overdag problemen gaven (bijvoorbeeld pijn) worden zo goed mogelijk van de juiste stofjes voorzien. Daarnaast verwerk je emoties, geleerde (levens-)lessen en stressvolle gebeurtenissen tijdens je slaap. Een chronisch tekort aan slaap wordt gelinkt aan aandoeningen zoals obesitas, diabetes, beroertes, hartaandoeningen en kanker. Studies hebben dit verband aangetoond voor borst-, prostaat- en darmkankers, maar waarschijnlijk geldt het voor iedere vorm van kanker (ref.). Onderzoekers stelden vast dat een gebrek aan slaap ontstekingen verergert en de normale immuunfunctie verstoort. Beide kunnen de ontwikkeling van kanker bevorderen. Bovendien lijkt het hormoon melatonine, dat ervoor zorgt dat we in slaap vallen, antioxiderende eigenschappen te hebben die celschade helpen te voorkomen (ref.). Probeer als het ook maar enigszins mogelijk is om vanzelf wakker te worden, dus zonder het gebruik van een wekker. Zonder het te weten is ons lichaam, net als bij dieren en planten, afgesteld op zonlicht. Geforceerd wakker worden in het donker kan een negatief effect hebben op onze fysieke en psychische gesteldheid. Verschillende proeven op scholen waarbij het rooster verschoven werd van 8 uur naar 10 uur 's morgens lieten zien dat de prestaties omhoog gingen, het ziekteverzuim omlaag, er waren minder symptomen van depressiviteit onder leerlingen, er werden minder medicijnen gebruikt en er gebeurden minder ongelukken (ref.). De ideale hoeveelheid slaap is voor ieder persoon anders, maar veel mensen hebben toch wel zo'n 8 uur per nacht nodig. Dat hoeft niet per se 8 uur achter elkaar te zijn - sommige onderzoekers denken dat twee blokken van ongeveer 4 uur beter werkt (ref.) - als het totaal maar voldoende is. Tegenwoordig is er in veel slaapkamers elektromagnetische straling van o.a. WiFi, mobiele telefoons, smart meters enz. aanwezig die storend kan werken op de nachtrust. Probeer die bronnen zoveel mogelijk van je weg te houden of uit te schakelen als je gaat slapen. Veel mensen hebben vandaag de dag moeite om in slaap te vallen. Dat kan o.a. komen doordat men tot laat in de avond nog achter een beeldscherm zit. Zoals een smartphone, tablet of smart tv. Het LED-licht van deze apparaten bevat relatief veel blauw licht, waardoor ons brein denkt dat het nog dag is en er dus voorlopig geen melatonine aangemaakt hoeft te worden. Door tijdig het beeldscherm uit te zetten of bijvoorbeeld een computerbril op te zetten tijdens de schermtijd, kan de slapeloosheid tegengegaan worden. En zorg er ook voor dat de ruimte waarin je slaapt, goed geventileerd is. Want genoeg zuurstof is onmisbaar voor je lichaam, dus slapen in een afgesloten kamer waar de verhouding zuurstof-stikstof door je ademhaling steeds ongunstiger wordt terwijl je slaapt (dat kun je herkennen aan die muffe geur) is niet gezond (ref.).
Naar buiten! Écht ontspannen lukt vaak het beste buiten, in de natuur. De geleerden zijn het er nog niet helemaal over eens waarom dat zo is, misschien zijn het de genen in ons DNA die zich dan weer thuisvoelen te midden van de omgeving waar de mensheid tijdens verreweg het grootste gedeelte van haar ontwikkeling in rondgelopen heeft. Maar de tekenen zijn onmiskenbaar, zo hebben meerdere studies uitgewezen (ref.). In de natuur:
Veel van deze effecten gaan kankervorming tegen. Bovendien zit in buitenlucht doorgaans meer zuurstof dan in binnenlucht, en genoeg zuurstof is essentieel voor onze cellen om kankervrij te blijven. De Amerikaanse arts Lorraine Day, die zelf via een holistische benadering genas van haar borsttumor ter grootte van een grapefruit, zegt dat tumoren twee keer zo snel groeien als je binnenlucht inademt dan wanneer je in de buitenlucht bent. Daarnaast is zonlicht op onze huid erg gezond en helpt het o.a. om schadelijke bacteriën op te ruimen, de calciumopname te verbeteren en vitamines aan te maken. Van alle anti-kankertherapieën op deze site is dit dus waarschijnlijk de makkelijkste (en de goedkoopste): gewoon elke dag een half uurtje naar buiten, liefst in een omgeving die een beetje groen is. Even de frisse lucht opsnuiven, luisteren naar de vogeltjes, wat rondwandelen en de elementen op je in laten werken. Je genen zullen je er dankbaar voor zijn :)
Verder zijn o.a. ook
Referenties (ref.)
Geholpen met deze informatie? © KankerVerslagen.nl | 5 december 2024 | Contact |